maandag 28 april 2014
zondag 27 april 2014
Hoe correct beweeg jij je in het sociale mediaverkeer?
Een leuke test in de VPRO-gids: de socialmediaverkeerstest; een van de weinige quizjes waar ik m'n kinderen warm voor kreeg de afgelopen tijd...
Ben benieuwd hoe goed jij de verkeersregels kent!
Je moet er wel even pen en papier naast houden om je score bij te houden (minpuntje).
zaterdag 26 april 2014
Selfitis
first selfie in history |
Oké, ik maak ook wel eens een selfie, en een enkele keer een (book)shelfie, maar ik heb nog nooit een Excelfie gemaakt, laat staan doehetselfie (geen klusser, hè), maar ook aan een belfie of suïselfie waag ik me maar niet.....
Benieuwd welke mogelijkheden voor de (bl)otofoto er nog meer zijn? Bezoek dan de Selfictionary eens en laat je inspireren!
woensdag 23 april 2014
Man en paard en yoga
Dat je je als mens bezighoudt met yoga, daar kan ik inkomen, ik beoefen het zelf ook met groot plezier, maar dat je daar een páárd mee lastig moet vallen? Kijk en huiver.
via Casa Splendini
maandag 21 april 2014
Serendipiteit
Eigenlijk had ik er nooit zo bij stilgestaan waar dat woord vandaan kwam: serendipiteit. Maar nu werd het me zomaar in de schoot geworpen door een collega, die ik gevraagd had mij te helpen zoeken naar de betekenis van iets anders, namelijk Xerte. Hij kwam aan met een blogpost waarin een zoektocht van iemand anders naar de betekenis van dat programma uit de doeken werd gedaan: Xerte betekent 'weet' (of: 'vreugdevol' dat is nog niet duidelijk, onze zoektocht is nog niet ten einde) in het Nieuw-Grieks, hoewel de naam eigenlijk gewoon gekozen is om de afkorting: Xml Editor and Run-Time Engine.
In dat stukje kwam ook het woord serendipiteit voor - de schrijver van de blogpost was eigenlijk op zoek naar de exacte UITSPRAAK van Xerte in het Engels (die is overigens Zertie, ofschoon daar ook varianten op bestaan).
En dat is precies ook hoe serendipiteit werkt: je bent op zoek naar iets en stuit zo maar op iets anders, dat eigenlijk nog veel interessanter is. Want - wie verwacht nou zoiets, mijn collega wees mij erop - serendipiteit komt oorspronkelijk van de Perzische naam van Sri Lanka: Serendip.
De Engelsman Horace Walpole bracht het woord de Britse taal binnen op grond van de gebeurtenissen in het Perzische sprookje De drie prinsen van Serendip; de helden van dat verhaal deden namelijk altijd ontdekkingen van dingen waar ze niet naar op zoek waren. Walpole noemde dat soort ontdekkingen sindsdien serendipity.
Kijk dat vind ik nou mooi. En ondertussen werk ik nog even door aan Xerte.
vrijdag 18 april 2014
De verborgen geschiedenis: 'n boek naar mijn hart
Bij ons in de UB hebben we een (relatief) nieuwe rubriek op het intranet: 'n boek naar mijn hart, waarin medewerkers uit de doeken doen met welk boek ze 'iets' hebben; hieronder mijn bijdrage:
Iedereen heeft er wel een: zo'n (UB-)boek waar je een speciale band mee hebt. Omdat je het in één adem hebt uitgelezen. Of omdat er een boeiende anekdote achter zit. Elke week zetten we een zo'n boek en zijn lezer in de spotlights. Deze week Monique Schoutsen met De verborgen geschiedenis van Donna Tartt.
‘Het enige boek dat ik zó spannend vond dat ik het zelfs niet weg kon leggen als ik naar de WC ging, is De verborgen geschiedenis van Donna Tartt.
Ik kan me nog herinneren dat ik het twintig jaar geleden op mijn verzoek van mijn vrienden en medestudenten kreeg voor mijn verjaardag; ze hebben er allemaal iets in geschreven, wat maakt dat ik dat exemplaar nooit weg zal gooien.
Het boek was destijds – we spreken over begin jaren ’90 -mateloos populair. Het was dan ook net uit. Zelf kopen was toen te duur voor een student en bij de bibliotheek was het of nog niet te leen, of er bestond een wachtlijst voor van drie jaar of meer voor, en dat gold ook voor de exemplaren van de medestudenten die het geluk hadden dat ze het al hadden.
Het begint als volgt: Zou er buiten de literatuur zoiets bestaan als ‘de fatale fout’, die opvallende donkere barst die dwars door een leven loopt? Vroeger meende ik van niet. Nu meen ik van wel. En ik denk dat dit de mijne is: een morbide verlangen naar het pittoreske, koste wat het kost.
Dat zet meteen de toon van het boek, waarvan de proloog begint met De sneeuw in de bergen begon te smelten en Bunny was al weken dood voordat we de ernst van onze situatie begonnen in te zien.
Literatuur, dood, schoonheid, tragiek: wat wil een mens nog meer?
Bovendien blijkt al gauw dat de hoofdpersoon van het verhaal, een jongen van eenvoudige komaf, klassieke talen, of wat preciezer, Oudgrieks, gaat studeren. Dat schiep meteen een band tussen mij en de protagonist. Hij wordt toegelaten tot een exclusief groepje excentrieke en excellente studenten met een voorliefde voor Dionysos aan een prestigieuze universiteit.
Deze medestudenten typeert hij als volgt: Ze hadden allemaal iets kils en wreeds over zich, een wrede gekunstelde charme die verre van modern was en de vreemde koele sfeer van de klassieke wereld ademde: ze waren schitterende creaturen, die ogen, die handen, die blikken.
Oké, daar begint het af te wijken van mijn leven en wordt het spannend.
Ik weet nog dat ik destijds het eerste deel van het boek veel mooier vond dan het tweede, maar bij herlezing een paar jaar geleden vond ik beide delen even mooi. En dat is nou net het mooie van boeken: dat je met ze mee kunt groeien.'
‘Het enige boek dat ik zó spannend vond dat ik het zelfs niet weg kon leggen als ik naar de WC ging, is De verborgen geschiedenis van Donna Tartt.
Ik kan me nog herinneren dat ik het twintig jaar geleden op mijn verzoek van mijn vrienden en medestudenten kreeg voor mijn verjaardag; ze hebben er allemaal iets in geschreven, wat maakt dat ik dat exemplaar nooit weg zal gooien.
Het boek was destijds – we spreken over begin jaren ’90 -mateloos populair. Het was dan ook net uit. Zelf kopen was toen te duur voor een student en bij de bibliotheek was het of nog niet te leen, of er bestond een wachtlijst voor van drie jaar of meer voor, en dat gold ook voor de exemplaren van de medestudenten die het geluk hadden dat ze het al hadden.
Het begint als volgt: Zou er buiten de literatuur zoiets bestaan als ‘de fatale fout’, die opvallende donkere barst die dwars door een leven loopt? Vroeger meende ik van niet. Nu meen ik van wel. En ik denk dat dit de mijne is: een morbide verlangen naar het pittoreske, koste wat het kost.
Dat zet meteen de toon van het boek, waarvan de proloog begint met De sneeuw in de bergen begon te smelten en Bunny was al weken dood voordat we de ernst van onze situatie begonnen in te zien.
Literatuur, dood, schoonheid, tragiek: wat wil een mens nog meer?
Bovendien blijkt al gauw dat de hoofdpersoon van het verhaal, een jongen van eenvoudige komaf, klassieke talen, of wat preciezer, Oudgrieks, gaat studeren. Dat schiep meteen een band tussen mij en de protagonist. Hij wordt toegelaten tot een exclusief groepje excentrieke en excellente studenten met een voorliefde voor Dionysos aan een prestigieuze universiteit.
Deze medestudenten typeert hij als volgt: Ze hadden allemaal iets kils en wreeds over zich, een wrede gekunstelde charme die verre van modern was en de vreemde koele sfeer van de klassieke wereld ademde: ze waren schitterende creaturen, die ogen, die handen, die blikken.
Oké, daar begint het af te wijken van mijn leven en wordt het spannend.
Ik weet nog dat ik destijds het eerste deel van het boek veel mooier vond dan het tweede, maar bij herlezing een paar jaar geleden vond ik beide delen even mooi. En dat is nou net het mooie van boeken: dat je met ze mee kunt groeien.'
woensdag 16 april 2014
Utile et dulce
Story of my life: als het even kan probeer ik het nuttige met het aangename te verenigen. En gisteren en eergisteren is dat weer eens uitstekend gelukt. Maar hoe kan het ook anders, met die zee aan gastvrijheid in Middelburg.
De nuttige aanleiding was een overleg vakspecialisten in de Zeeuwse Bibliotheek. En die is best ver van Nijmegen. 'Maar jullie mogen allemaal blijven slapen, hoor', zei de organiserende vakspecialist, in de veronderstelling dat er anders misschien niemand zou afreizen naar het pittoreske plaatsje. Een dagje Zeeland, dat bleek echter niemand zich te willen laten ontnemen, maar gaan logeren bij een collega, dat ging eenieder te ver; mij, aanhanger van het dulce, niet.
Hoewel het eigenlijk best spannend is - dat geef ik toe - om te blijven slapen bij een collega, die je eigenlijk niet eens zo goed kent, vond ik het wél leuk om die persoon beter te leren kennen. En zeker omdat hij net zo gefascineerd is door de Perzen als ik. Hij bood aan om voor mij, verwende donder die ik ben, een Iraanse maaltijd te bereiden. En wat bleek (dit soort dingen ontdek je meestal niet bij vergaderingen): hij is een uitstekende kok. En een ECHTE intellectueel. Ik bedoel: wie zit er tegenwoordig nou gewoon voor z'n plezier Proust in het origineel te lezen (A l'ombre des jenes filles en fleurs lag achteloos op tafel), spreekt vloeiend Perzisch, Hebreeuws, Russisch, Arabisch, Grieks, Italiaans, en dan natuurlijk 'gewoon' Nederlands, Frans, Duits, Engels en Latijn. Daar word je toch wel een beetje stil van....
Omdat Middelburg voor de meeste mensen een lange reistijd vergt, begon de vergadering pas om half twaalf. Bon, dan kon ik van tevoren mooi nog even koffiedrinken met een andere ster van de Zeeuwse Bibliotheek: Fabiola. Hoe die afspraak tot stand is gekomen, heeft zij smakelijk beschreven in haar weblog; de aanleiding was een tweet met foto van witte chocolade met gevriesdroogde frambozen van het befaamde Zeeuws Ministerie van Chocolade & Culinaire Zaken die zij op Twitter had geplaatst en mij aanbood met haar te komen eten. Tja, dat laat ik me geen twee keer zeggen!
Via Fabiola leerde ik Alinda, de hartelijke en goedlachse informatiespecialist en mediacoach, kennen. Zij vond het tof om na afloop van de vergadering mee een biertje te komen drinken samen met Edwin (die heeft toch geen introductie nodig?), met wie ik om 4 uur een afspraak ik zijn stamkroeg had. En omdat dat zo gezellig was, ben ik daar uiteindelijk véél langer gebleven dan mijn bedoeling was en dat lijkt me geen slecht teken, toch? Want ook daar werd ik letterlijk overspoeld door gastvrijheid en leerde ik onder andere de minister van het Zeeuwse Ministerie van Chocolade kennen; geen slecht contact!
Mijn conclusie van de dag: collega's zouden veel vaker met elkaar moeten eten, drinken en logeren. En naar Zeeland gaan.
Edwin onderwijst Alinda in het gebruik van Snapseed |
zondag 13 april 2014
Ivanhoe
Een aparte gedachte van een architect: om je de bezoeker van de bibliotheek (en de faciliteiten daaromheen) voor te willen stellen als Ivanhoe. En toch deed de architect van de UB Wageningen dat. De bezoeker voelt zich inderdaad een ridder die een kasteel met mooie (houten) binnenplaats binnentreedt. En kan net als in de middeleeuwen verdwalen in de steegjes gevuld met boeken.
Zonder dat het gebouw middeleeuws oogt. Nee, het is bijvoorbeeld state of the art wat ze daar aan apparatuur hebben. En verder is het er licht en groen en heeft men er bakken voor gescheiden afval staan; echt een landbouwuniversiteitsbibliotheek! Tevens heeft men er studieplekken met tafels op verschillende hoogtes staan, maar dat heeft verder weinig met het milieu te maken; het is echter wel klantvriendelijk. Een fijne plek om te zijn.
Ik kwam er helaas niet te paard, maar met de trein en bus. En ik kwam er niet in de eerste plaats voor de bibliotheek, maar voor een landelijke vergadering van het LOOWI over informatievaardigheden. Mooi om te horen wat ze daar in Wageningen allemaal aan doen en interessant om te horen hoe ze hun e-learningmodules hebben opgezet. Want zoals je weet, zijn wij daar in Nijmegen ook druk mee bezig; binnenkort zal ik daar meer over vertellen, want we hebben onze tool gekozen (Xerte)! Weliswaar een andere dan in Wageningen (daar heeft men gekozen voor Lectora), maar dat sluit samenwerking zeker niet uit.
Verder hebben we het een en ander gehoord over rubrics (nakijkmodellen in Blackboard) en het onderwijs in datamanagementplannen.
Het was kortom weer een interessante middag, met veel hooi om over na te denken.
donderdag 10 april 2014
De helaasheid van Kurt Cobain
Soms, heel soms, kijk ik tegenwoordig (nog) een documentaire uit. Van de week was het weer eens zo ver: ik bleef hangen bij de documentaire Nirvana/Nederland/Nevermind op Holland Doc.
Hierin wordt geprobeerd aan de hand van verhalen van ooggetuigen, fans en betrokkenen het mysterie achter het gigantische succes van Nirvana te ontrafelen. Van het eerste concert in Night Town Rotterdam - dat op het laatste moment bijna werd afgezegd omdat er nauwelijks bezoekers kwamen - tot aan het uitverkochte Ahoy concert - dat niet doorging omdat frontman Kurt Cobain was overleden; daar zat slechts een paar jaar tussen.
Er zijn prachtige live-opnamen (betere dan die waar de link naar verwijst) te zien van het legendarische concert in Paradiso (vooral de cameraman herinnert zich het concert nog goed: hij werd bijna van het podium afgeslagen door Cobain) en amateuropnamen van het concert in De Doelen in Rotterdam, waarin de heren van de band flink ver heen waren en de hele boel kort en klein sloegen - hun honorarium (700 gulden!) kon meteen met de schade verrekend worden en dan bleef er niets van over.
Dat waren nog eens tijden! Wat een passie - past eigenlijk wel bij de tijd van het jaar, vind je niet?
zondag 6 april 2014
Tonio
Hoe het me iedere keer weer lukt om voor dikke boeken te vallen, weet ik ook niet. Ik wil namelijk helemaal geen dikke boeken lezen, maar dunne!
Enfin, een paar weken terug was het weer eens zo ver dat ik me liet verleiden tot het lezen van een dik boek. Een collega had namelijk vernomen dat ik naar een lezing van Van der Heijden was geweest en bood me aan Tonio van haar te lenen.
Tonio! Meer dan 600 pagina's! Waar ging ik aan beginnen? Maar, eerlijk is eerlijk, het is een mooi boek: een liefdevol portret van de tragisch om het leven gekomen Tonio door vader Van der Heijden, die overduidelijk stuk is van verdriet en probeert stukje bij beetje het leven van zijn zoon te reconstrueren, alle herinneringen bij elkaar te vegen en op zoek te gaan naar de gebeurtenissen in de laatste uren voor zijn dood.
En gek genoeg maakt dat laatste het boek ook nog een beetje spannend, vooral omdat het meisje, waar hij het laatst mee gesignaleerd was, en er op die avond bij geweest zou zijn, maar niet opgespoord kon worden.
Het aller-, aller-, allerliefst zou Van der Heijden, steevast Adri genoemd door zijn zoon, letterlijk álle stapjes van zijn oogappel opgetekend hebben, plus alle gedachten die hij erbij had. Dat kon hij natuurlijk niet maken, want dan zou hij nog langer bezig zijn geweest dan de 21 jaar die zijn zoon geleefd heeft, maar dat heeft hij gecompenseerd door helemaal terug te gaan tot de verwekking van zijn zoon en zelfs daarvoor, de discussies met zijn vrouw over zijn kinderwens. En nog dáárvoor: de ontmoeting met zijn vrouw.
Het mooist zijn de passages waarin hij zichzelf herkent in zijn zoon; hoe hij Tonio onverantwoordelijk pubergedrag verwijt, maar moet toegeven dat hij zelf als adolescent nauwelijks een haar beter was. En de passages waarin hij echt trots op Tonio is, bijvoorbeeld bij het halen van zijn eindexamen: zijn hele leven nog voor zich......
En ach, het feit dat hij probeert troost uit de literatuur te vinden; de teleurstelling dat dat niet echt lukt. Met muziek lukt het soms beter. Maar het verdriet van A.F.Th. blijft immens, evenals dat van zijn vrouw. Alcohol is een tijd lang hun beste vriend. Het verdriet laat zich echter niet wegspoelen. Schrijven is het enige dat helpt. En dan nog. Soms willen ze de pijn ook gewoon voelen, omdat hij dan het dichtst bij hen is. Jarenlang zijn ze de deur nauwelijks uit geweest. Maar intussen durven ze het mondjesmaat weer aan.
Ondertussen wacht ik overigens nog steeds op het boekje met de tijdens de Kellendonklezing door Van der Heijden uitgesproken voordracht. Het gerucht gaat inmiddels dat hij het niet kan laten ook die lezing uit te werken tot een vuistdikke roman......
Enfin, een paar weken terug was het weer eens zo ver dat ik me liet verleiden tot het lezen van een dik boek. Een collega had namelijk vernomen dat ik naar een lezing van Van der Heijden was geweest en bood me aan Tonio van haar te lenen.
Tonio! Meer dan 600 pagina's! Waar ging ik aan beginnen? Maar, eerlijk is eerlijk, het is een mooi boek: een liefdevol portret van de tragisch om het leven gekomen Tonio door vader Van der Heijden, die overduidelijk stuk is van verdriet en probeert stukje bij beetje het leven van zijn zoon te reconstrueren, alle herinneringen bij elkaar te vegen en op zoek te gaan naar de gebeurtenissen in de laatste uren voor zijn dood.
En gek genoeg maakt dat laatste het boek ook nog een beetje spannend, vooral omdat het meisje, waar hij het laatst mee gesignaleerd was, en er op die avond bij geweest zou zijn, maar niet opgespoord kon worden.
Het aller-, aller-, allerliefst zou Van der Heijden, steevast Adri genoemd door zijn zoon, letterlijk álle stapjes van zijn oogappel opgetekend hebben, plus alle gedachten die hij erbij had. Dat kon hij natuurlijk niet maken, want dan zou hij nog langer bezig zijn geweest dan de 21 jaar die zijn zoon geleefd heeft, maar dat heeft hij gecompenseerd door helemaal terug te gaan tot de verwekking van zijn zoon en zelfs daarvoor, de discussies met zijn vrouw over zijn kinderwens. En nog dáárvoor: de ontmoeting met zijn vrouw.
Het mooist zijn de passages waarin hij zichzelf herkent in zijn zoon; hoe hij Tonio onverantwoordelijk pubergedrag verwijt, maar moet toegeven dat hij zelf als adolescent nauwelijks een haar beter was. En de passages waarin hij echt trots op Tonio is, bijvoorbeeld bij het halen van zijn eindexamen: zijn hele leven nog voor zich......
En ach, het feit dat hij probeert troost uit de literatuur te vinden; de teleurstelling dat dat niet echt lukt. Met muziek lukt het soms beter. Maar het verdriet van A.F.Th. blijft immens, evenals dat van zijn vrouw. Alcohol is een tijd lang hun beste vriend. Het verdriet laat zich echter niet wegspoelen. Schrijven is het enige dat helpt. En dan nog. Soms willen ze de pijn ook gewoon voelen, omdat hij dan het dichtst bij hen is. Jarenlang zijn ze de deur nauwelijks uit geweest. Maar intussen durven ze het mondjesmaat weer aan.
Ondertussen wacht ik overigens nog steeds op het boekje met de tijdens de Kellendonklezing door Van der Heijden uitgesproken voordracht. Het gerucht gaat inmiddels dat hij het niet kan laten ook die lezing uit te werken tot een vuistdikke roman......
zaterdag 5 april 2014
Bart et Katharina
Hoe dat zo kwam? Het Franse weer was natuurlijk een cadeautje, maar de kaartjes voor het concert waren wel degelijk een half jaar geleden al gereserveerd. Want de première van de tour door Nederland van Bart en zijn vedettes, daar moést ik natuurlijk heen. Eerste rij, bam!
Bart van Loo ken je waarschijnlijk wel van z'n smakelijke optredens bij DWDD en misschien herinner je je wel dat ik ook ooit een college van hem gevolgd heb. Dat college destijds, dat vond ik al een wervelende show, maar nu was-ie nog verder vervolmaakt door toevoeging van de band Eddy et les Vedettes. Très, très, très romantique.
Dit keer was ik trouwens niet samen met belle Hélène, maar met de altijd charmante Katharina. En Bart bleek nogal gecharmeerd van haar rode jurk. Hij meende ook een twinkeling in haar ogen te zien bij de klanken van je t'aime moi non plus. En hij wist zeker dat zij op haar twintigste de liefde had bedreven op de achterbank van een oude Peugeot met betreffende muziek op de achtergrond. Over zwoel gesproken! En hij gebruikte haar ook om de vrouw te spelen die de pen geschonken zou hebben aan Trenet, toen die in de trein naar het zuiden het liedje La mer schreef.
Aan het eind van het concert moest iedereen in actie komen; eerst gezamenlijk wat armbewegingen op de muziek en al gauw ook staand, dansend, dansend op de muziek van alle mooie chansons door de jaren heen, vanaf het begin van de vorige eeuw tot aan nu: Stromae, laat maar stromen.
Alors, on danse....
En daarvoor en daarna zwierden we door zonovergoten Parijs.
Pardon, zei ik Parijs? Ik bedoel natuurlijk Leiden, dat voor even de rol van de hoofdstad van Frankrijk had overgenomen. Mes excuses.
donderdag 3 april 2014
Joost en de iPadschool
Gisteren hadden we weer een lunchinformatiesessie bij de UB; dit keer kwam coördinator en docent nieuwe media Joost de Laat over het iPadproject bij het Dominicuscollege vertellen .
Een interessante lezing met veel aanknopingspunten voor de UB (ook wij zijn immers flink aan het nadenken over mobiel, gepersonaliseerd en interactief leren voor onze studenten middels allerhande online instructietools).
Joost (mijn vroegere buurman) vertelde een enthousiast, maar ook eerlijk verhaal over docenten die wel en niet vrolijk van de iPad werden, hobbels die ze hadden moeten nemen, keuzes die ze hadden moeten maken, verwachtingen die soms niet uitkwamen et cetera. Maar de leerlingen en ouders zijn superenthousiast een ook de scholen in de buurt zetten nu schoorvoetend de eerste stappen op weg naar (gedeeltelijk) tabletonderwijs.
Het sterke van het pilot op het Dominicuscollege vind ik dat ze niet meteen radicaal het roer hebben omgegooid, maar vorig jaar heel rustig begonnen zijn met twee brugklassen (de gymnasiumbrugklassen omdat die het langst bij elkaar blijven), dit jaar weer twee brugklassen erbij en volgend jaar de HAVO erbij.
Hun ervaringen delen ze via webblog, twitter en facebook.
Over vier jaar komen de leerlingen van deze school naar onze universiteit; ik hoop dat we tegen die tijd niet al te ouderwets op ze over gaan komen; werk aan de winkel dus!
woensdag 2 april 2014
Zwanger
Heel bedeesd sprak mijn zoon mij op vertrouwelijke wijze aan in de keuken; zijn vriendin was zwanger. Wat nu?
Ik was verbijsterd. Kwam net onder de douche vandaan en wilde nog een beker warme melk nemen voor het slapengaan en dan zo'n bericht!
Maar na een paar minuten kon mijn zoon zijn gezicht niet meer in de plooi houden: het was een 1 aprilgrap....
Wraak voor de grap die wij eerder die dag met hem hadden uitgehaald, namelijk dat we een weekend met z'n allen zouden weggaan en hij dus alle afspraken voor komend weekend moest afzeggen; van zoiets vergaat de puberwereld.
De kracht van een gezin: het feilloos weten te vinden van elkaars zwakke plekken.
Abonneren op:
Posts (Atom)