donderdag 31 mei 2018

Amsterdam - Tromsø


Het leuke van uitwisseling is dat je niet alleen naar de uitwisselpartner(s) gaat, maar dat je ze ook ontvangt. Afgelopen week was het dan eindelijk zo ver met onze Noorse collega's.

Plaats van samenkomst was niet Nijmegen, maar Amsterdam: de UvA/ HvA is namelijk ook uitwisselingspartner en we dachten dat de hoofdstad interessanter voor ze was om te bezoeken, hoewel we er ook een dagje Nijmegen tussen geplakt hebben.


Aangezien ik geen zin had om de hele tijd tussen Nijmegen en Amsterdam heen en weer te reizen, heb ik daar ook overnacht; voor het eerst van mijn leven in een boot/ botel.

Voor de Noren was het hoogtepunt een bezoek aan het Concertgebouw; voor hen net zoiets als voor ons het noorderlicht. Heel speciaal omdat je het zelf niet hebt. Maar natuurlijk hebben we ze in het weekend ook een dagje op sleeptouw genomen naar Marken, Volendam, Zaanse Schans en het strand. Ze vonden het allemaal geweldig (en dat is ze geraden ook....). Qua lunch hebben we ze verslaafd gemaakt aan broodjes kroket en poffertjes. In Nijmegen was de educatieve escaperoom het hoogtepunt.

Of we ook gewerkt hebben? Nou en of! We hebben verder aan ons UDIT (Use (open research) Data in Teaching)materiaal gewerkt en ons contact met FOSTER verzilverd door de toezegging te hebben gekregen een extra module toe te voegen aan de door hen geplande modules over open science. En omdat zij werken met de open source e-learning software Adapt, hebben we die ook verkend; leuke, vrolijke, makkelijk te gebruiken tool (maar wat beperkter in gebruik dan onze eigen Xerte). Win, win, win.

Verder hebben we een aantal voorbeelden voor het nadrukkelijk gebruik van open data sets (en waarom en hoe dan het best?) in het hoger onderwijs uitgewerkt. Als je wilt zien hoe ver we al gevorderd zijn, kun je het best onze website bezoeken, hoewel die nog lang niet af is en ook de uitgewerkte voorbeelden nog niet bevat.

Wordt vervolgd.

vrijdag 18 mei 2018

Half jaar sabattical


Hoewel ik wéét dat regelmatig mediteren goed is voor een mens, komt het er vaak niet van; op de een of andere manier komt er altijd iets tussen.

Maar nu het yogaseizoen weer is afgelopen - ik neem me ook altijd voor thuis te yogaën maar dat komt er ook al nooit van - heb ik me maar eens ingeschreven voor een terugkomavond van de mindfulnesscursus die ik een aantal jaar geleden heb gevolgd. En nog vóór dat de avond geweest was, had-ie al effect, omdat ik dacht 'ik moet toch maar weer eens gaan oefenen, anders sta ik straks voor gek omdat ik maar twee minuten achter elkaar stil kan zitten.'

Dus heb ik de app Headspace maar eens op mijn telefoon geïnstalleerd, want daar had ik goede verhalen over gehoord. En heb ik de afgelopen week elke avond (met een app lukt het wel om op regelmatige basis te mediteren, want je wordt er steeds vriendelijk doch dringend aan herinnerd dat het weer tijd is voor je meditatie, dus toch maar niet wegdoen, die smartphone) braaf 10 minuten gemediteerd.

Ik dacht dus dat ik beslagen ten ijs kwam voor de terugkomavond. Na een stichtende tekst over vertrouwen en een mooi gedicht begonnen we met enkele yoga-oefeningen. Die deed ik met gemak, dus ik voelde me helemaal getraind. Kijk mij eens een balans hebben!

Maar toen, toen begon de zitmeditatie. Zitten, zitten, zitten. Au, au, au, pijn aan mijn benen. En au, au, au, pijn aan mijn rug. Waarom zat iedereen daar zo rustig? Bleek uiteindelijk dat we al een half uur gezeten hadden. Geen wonder dat alles me pijn deed! Headspace is voor beginners! Blijkbaar. En de rest was....gevorderd?

Ik herinnerde me ineens ook weer dat de leraar destijds gezegd had dat 10 minuten eigenlijk geen meditatie was. Minstens een half uur per dag moesten we trainen, dan had het pas effect!

En eerlijk is eerlijk: ik voelde me vanochtend herboren. Alsof ik een half jaar een sabbatical had gehad!

Nu moet ik er wel bij vertellen dat we ook nog iets hebben gedaan die avond waar ik nog nooit van gehoord had: interpersoonlijke meditatie - meditatie in een groepje.

Daarvoor moesten we eerst met z'n allen in de kring zitten. Er werd een stukje uit de 'inaugurele rede van Nelson Mandela' voorgelezen en daarna moest je bij jezelf nagaan wanneer het voor het laatst was dat je echt gestraald had, automatisch een mooie en goede prestatie neerzette en je, zoals dat tegenwoordig zo mooi heet, helemaal in je kracht stond. Dat viel nog niet mee. Maar een goede denkoefening.

Wat de leraar er van tevoren niet bij verteld had, was dat je deze ervaring daarna moest delen met je groepje (van drie). En dat zij daar op moesten reageren: wat hen het meest geraakt had in je verhaal. Dat bleek een enorm inspirerende en mooie ervaring, zowel het aanhoren als het vertellen: mensen die met recht trots op iets waren. En natuurlijk waren er steeds meditatiemomenten tussendoor. Om het goed op je te laten inwerken.

Uiteraard sloten we weer af met een gedicht. Van Lao Tse:

Heb je geduld te wachten
Tot de modder zakt,
Het water helder wordt?
Kun je in stilte verwijlen
Tot de handeling
Vanuit zichzelf ontstaat?

Dat kregen we allemaal mee naar huis, op een papiertje dat de leraar ('ik voel me net een pastoor die hosties uitdeelt') ons allemaal gaf.

Dus misschien was het niet alleen de meditatie van een half uur, maar de hele avond, die een diepe en tevreden rust gaf. De volgende keer ga ik weer; scheelt toch weer een half jaartje sabbatical!

woensdag 16 mei 2018

Syrisch bloed is goed


Nee, ik ben niet ineens vóór oorlog, mocht je dat op grond van de titel misschien denken. Het Syrisch bloed gaat over onze nieuwe buurtbewoner: een Syriër.

Deze Syriër wilde graag kennismaken met de buurt en daarom een barbecue organiseren. 'Maar hoe doe je dat?',vroeg hij aan een straatgenoot. De straatgenoot is gelukkig nogal van het organiseren, dus zette meteen een groepsapp voor een organisatiecomité op. Mét bijeenkomst in haar tuin. Dat werd eigenlijk meteen al een feestje, opgeluisterd door vlaai en prosecco. Een waar welkom dus. Zoals we eigenlijk voor elke nieuwe buurtbewoner zouden moeten organiseren. Maar je weet hoe dat gaat: dat gebeurt gewoon niet. Behalve als de nieuwe buurtbewoner dus op het idee komt om de hele buurt zelf uit te nodigen voor een barbecue.

Gastvrijheid stimuleert gastvrijheid. Daarom is Syrisch bloed in de straat soms goed...

vrijdag 11 mei 2018

Wachtverzachter


Dat men daar nooit eerder op gekomen is, want het ligt zo voor de hand; dat je niet meer naar de supermarkt hoeft voor de boodschappen, maar dat die gewoon thuisbezorgd worden!

O ja, bijna vergeten: vroeger kwam bij ons thuis in het dorp de SRV-man thuis. Dat was al een aardige stap in de richting, maar dat was toch een beetje een supermarkt op wielen. En handgeschreven bestellingen: log en ouderwets.

En Albert Heijn bezorgt ook je boodschapjes thuis als je dat wilt. Maar daar moet je dan wel bezorgkosten over betalen. 

Hoeveel mensen zullen daar nog gebruik van maken als door een nieuwe speler in het veld de boodschappen thuisbezorgd gaan worden zónder bezorgkosten te rekenen? En volgens eigen zeggen nog goedkoper en verser ook? Vrij weinig denk ik. Want wat Picnic vóór heeft op de andere supermarktketens is dat ze geen dure winkelpanden hebben; hun hele business bestaat uit het rondbrengen van de boodschappen uit de magazijnen, dus ze kunnen dat heel efficiënt en goedkoop inrichten.

Denk ik, want ik heb er nog geen gebruik van kunnen maken. Ze leveren namelijk nog niet in alle steden. En als ze een stad gaan 'veroveren', doen ze dat in een langzame opbouw. Als je niet bij de eerste aanmelders behoort, kom je op een wachtlijst te staan. 

Maar dat is geen saaie wachtlijst. Elke week dat je er op staat, krijg je namelijk een cadeautje. Een wachtverzachter zoals ze dat zelf noemen. De eerste keer dat ik tot de gelukkigen behoor die een bestelling bij ze kan plaatsen, krijg ik sowieso gratis een tros bananen (aangeboden om om het kromme verhaal een beetje recht te zetten) en een pak stroopwafels (omdat het misschien allemaal een beetje te stroperig gaat naar mijn smaak). 

Kijk, daar kan mijn eigen vertrouwde supermarkt niet tegen op. Hoewel die weer proeverijen en gratis koffie hebben. Maar minder humor dus.

donderdag 10 mei 2018

Carrièrelunch


Zó vaak krijg ik geen post vanuit de opleiding klassieke talen, maar een paar weken geleden kwam er opeens een mailtje binnen van een vertegenwoordiger van de studentenvereniging van GLTC: of ik als alumna mee wilde doen aan een carrièrelunch en de studenten iets wilde vertellen over mijn carrière na mijn studie klassieke talen. Maar natuurlijk! Zelfs als de lunch op mijn vrije dag is....

De lunch zelf bleek voornamelijk te bestaan uit heerlijke zelfgemaakte hartige en zoete spijzen (de helft van de studenten zou in ieder geval al geschikt zijn voor een carrière als kok!) en werd geserveerd in een helaas nogal zielloos collegezaaltje in het zogenaamde TvA-complex, dat op de nominatie staat om gesloopt te worden. Aan presentatievaardigheden zou nog wel wat gesleuteld kunnen worden door de jongens en de meisjes. Maar misschien hadden ze dit zaaltje gratis kunnen huren.

Naast mij was er nog een aantal alumni: een leraar uit Limburg, een assistent professor van de vakgroep geschiedenis (toevallig een jaargenot van mij) en twee promovendi (een bij archeologie en een bij cultuurwetenschappen). Behalve de leraar dus allemaal op de campus werkzaam.
Enfin, we mochten ons voorstellen en vertellen hoe we tot de keuze voor ons beroep waren gekomen. De meesten waren er net als ik van overtuigd dat ze na hun studie het onderwijs in zouden gaan, maar bij vier van ons vijf liep het uiteindelijk toch een beetje anders. Drie van de vijf hadden uiteindelijk voor het onderzoek gekozen en ikzelf na een carrière van zes jaar in het onderwijs (waar ik overigens nooit spijt van heb gehad - ik zou het zo weer doen) voor het wonderschone boekenvak. 

Tijdens de lunch konden de studenten (een stuk of vijftien) vragen aan ons stellen. Ik had eerlijk gezegd verwacht dat ze me meteen met vragen over de bibliotheek zouden bestoken, maar nee, het ging vooral over mijn onderwijsperiode: of het niet saai was om elk jaar opnieuw de ablativus absolutus uit te leggen en zo. Echt niet, zo meldde ik ze naar waarheid, want het onderwijs is zo veel méér dan dat. Je hebt namelijk te maken met jonge mensen, en die zijn stuk voor stuk de moeite waard, elk jaar opnieuw. Je bouwt een band met ze op, leert ze (inderdaad) de grammatica, maar vertelt ze ook verhalen (en zij jou), en vertaalt en beleeft de teksten met ze en ziet ze langzaam beter worden in Grieks, Latijn en tekstbegrip, maar je ziet ze ook volwassen worden. Je gaat met ze op reis en maakt ze zo op een hele andere manier mee. En je hebt leuke (want sociale) collega's.

Uiteindelijk moest ik wel erkennen dat het voordeel van mijn huidige baan is, dat ik 's avonds en in het weekend niet meer hoef te werken. Dat dat wel een zwaarwegende motivatie voor mij was geweest om niet na een paar jaar tóch weer terug te keren naar het onderwijs. O ja, en dat werken in een bibliotheek óók gewoon heel leuk is en dat ik mijn onderwijservaring en vakkennis bij de UB ook goed kan inzetten. En ook leuke collega's heb.

Al met al een boeiende middag. En een aardige bijkomstigheid dat we bij wijze van dank twee mooie boekjes en een doosje bonbons kregen. Alleen al daardoor voelde het absolutum niet als een opoffering.