zondag 28 januari 2024

Marta Bustillo en open education (online workshop)


Sinds vorig jaar is de ENOEL (European Network of Open Educational Libraries) begonnen met het geven van online workshops. De eerste drie gingen over het maken van open textbooks, en deze workshop was een inleiding in open educational resources. Hij werd gegeven door Marta Bustillo, de digital learning librarian van het University College in Dublin. 

Marta heeft al eerder bij de ENOEL opgetreden bij de serie Under the Spotlight, waarin ze zich voorstelt en vertelt hoe ze op het pad van open education is gekomen.

Uiteraard begon ze deze 'workshop voor beginners' met het opnoemen en uitleggen van de 5 R's van David Wiley ('de bijbel van de open educational resources'). Vervolgens ging ze in op hoe je OER-librarian kunt worden. Zij onderscheidt hierbij vier manieren waarop je kunt bijdragen (en raadt aan in het kader daarvan ook deze infographic te bekijken):

1. het vindbaar maken van OER (door het te metadateren en op te nemen in bibliotheekcatalogi)
2. het maken van OER (bijvoorbeeld op het gebied van informatie- of digitale vaardigheden)
3. het faciliteren van docenten (ondersteuning bieden aan docenten bij het maken of hergebruiken van OER)
4. het werken aan de bewustwording en verspreiding van OER op je instelling (bij docenten, maar vooral ook bij beleidsmakers etc.)



Bij het hergebruiken van OER had ze de volgende tip: let op kwaliteit, actualiteit, relevantie voor de doelgroep en welke licentie er is gebruikt. En kijk voor het zoeken naar OER-materialen naast Merlot en OER Commons (beide Amerikaans) ook eens bij OERSI, waar je materiaal in meer talen vindt.

Bij het maken van OER had ze de volgende tips: kijk eens op deze websites: Creating OER – OER and OEP for Teaching and Learning en het UDL framework. Als je samen aan OERs werkt (cocreatie) krijg je betere resultaten: experts kunnen elkaar aanvullen. Let dan wel op de balans in de groep. Wat helemaal een goed idee is: werk samen met studenten aan onderwijsmateriaal; zij weten beter wat de jongvolwassene nodig heeft of aanspreekt. Let op er bij het creëren van OER-materialen ook op dat je geen propriëtaire software (zoals bijvoorbeeld Article Rise of H5P) gebruikt, omdat die niet te naar eigen behoefte is aan te passen door anderen die er geen licentie op hebben.

Welk platform kies je als je gaat publiceren? Goede voorbeelden zijn volgens haar:
- Zenodo
- Humanities Commons
- OER Commons



Ter illustratie noemde ze een voorbeeld van een Open Educational Resource die ze samen met studenten bij de University College in Dublin (UCD)  ontwikkeld heeft en heel goed her te gebruiken is: Monitoring your online identity.

Momenteel werkt ze aan een online cursus digital skills for succes in the workplace; deze zal naar verwachting in februari klaar zijn.

Het openbaar maken van online modules die je in Brightspace of Canvas gemaak hebt, kun je ook publiceren in een 'commons part'.

Voor een overzichtelijke site op het gebied van copyright wees ze op een onderdeel van de mooie OER Toolkit van de zogenaamde White Rose Libraries (Sheffield, Leeds en York): Creatieve Commons licences. Een goed bruikbare website is ook de recommended practices for attribution van de creative commons wiki.

Ze eindigde met een Padlet van mooie OER-bronnen die we mochten aanvullen en natuurlijk heeft de Nederlandse delegatie die bij de workshop aanwezig was Neerlands trots edusources aan die collectie toegevoegd.

Een goed bestede anderhalf uur, ook als je denkt dat je ALLES al weet op het gebied van open educational resources en practices; het is weer even de puntjes op de i zetten.

De opname vind je hier en de powerpoint met alle links hier.

De planning voor de volgende OER workshops (onder voorbehoud):

WS#5 Embrace the Open: Searching for/finding OER (7 MAR 2024) with Evi Tramanza and Kathryn Briggs (+ LIBER WG member as a guest?)

WS#6 Embrace the Open: (Re-)using and Creating OER (19 MAR 24) with Zuzana Stozicka
WS#7 Embrace the Open: Sharing OER (11 APR 24) with Marta Bustillo, Kamila Kokot-Kanikula, Peter Utnes 
WS#8 Embrace the Open: OER as Open Education Pedagogy (6 MAY 24) with Yvonne Klein

dinsdag 9 januari 2024

Romeins bad


Als classica en winterzwemster kon ik het natuurlijk niet laten: een nieuwjaarsduik in het pop-up Romeinse bad op de Grote markt in Nijmegen.

Naast de belofte van een frisse duik in een Romeinse omgeving was ik ook gelokt door de toezegging dat de eerste 300 deelnemers een muts zouden krijgen en kans zouden maken op één van de 20 badslippers of 25 vrijkaarten voor een ontspannen dagje uit bij Sanadome. Wie wil dat nou niet?

Dus ondanks de regen hing ik op nieuwjaardag om half twaalf 's ochtends snel mijn kleren aan de kapstok bij het Romeinse bad en plonste ik heerlijk het verfrissende water in. De temperatuur van het water viel me niet tegen: een makkie. "Waar kan ik nu mijn muts halen?" vroeg ik de man in Romeinse kledij, toen ik me weer in mijn kleren had gehesen.

"Daarboven, op de eerste verdieping van de Waag; je kunt gewoon de buitentrap gebruiken. Er is ook een omkleedruimte daar."

En inderdaad, daar kreeg ik mijn mooie blauwe Winterwekenmuts. "En hoe maak ik nu kans op de badslippers of Sanadomebon?"

"Daarvoor moet je muntjes voor opduiken in het Romeinse bad." 

"Maar daar kom ik net uit!" 

Wat bleek nou? Ik had me bij de Waag moeten omkleden en daar de instructies vooraf moeten krijgen.

Hmmm, kleine domper op het feestje; ondanks mijn enthousiaste stemming voelde ik er weinig voor om nóg een keer het koude water in te duiken. Dan maar geen bon(us).

Carpe annum!

vrijdag 5 januari 2024

Informatievaardigheden en het gevoel


Sorry mensen, ik loop door omstandigheden een beetje achter met het maken van verslagjes over de ECIL-conferentie van oktober. Hierbij nog een stukje dat niet mag ontbreken.

Een mooie en duidelijke presentatie op de ECIL was die van Ellen Nierenberg, die haar PhD deed in Tromsø (Noorwegen). Via Facebook (sinds onze Erasmusuitwisseling naar die stad) zijn we namelijk vrienden) had ik er al iets van meegekregen - ze hield een weblog bij over haar onderzoekservaringen en deelde haar posts daar - maar ik was natuurlijk weer te lui om de dissertatie in z'n geheel te lezen.

Voordat zij aan haar proefschrift begonnen was, wist ze al dat ze niet tevreden was met de vigerende definitie van informatievaardigheden; ze vond dat er een aspect miste, namelijk het gevoel/ de emotie bij het zoeken naar en beoordelen van informatie. Zij vindt dat het moet gaan om de trits kennis, vaardigheden en houdingen (met andere woorden weten, doen en voelen).

Tevens was ze niet tevreden met de bestaande meetmethoden, dus ook die heeft ze zelf ontwikkeld. Ze heeft vragenlijsten uitgestuurd met als belangrijke factor interesse, omdat dat een belangrijke indicator is voor de 'leerzin' en dus het succes van de cursussen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk dat hoe gemotiveerder de student is, des te meer de interesse in de stof blijft bestaan, onafhankelijk van de situatie.

De groei of afname in de loop van de jaren van de verschillende aspecten die ze onderscheiden heeft (weten, doen en voelen) heeft ze ook gemeten. De conclusie was dat er zowel bij alle aspecten afzonderlijk als ten opzichte van elkaar groei waarneembaar was en dat de aspecten tevens steeds meer in elkaar grepen. Dat proces heet transformatief leren (de transformatie gebeurt in de steeds groter wordende overlap van de verschillende aspecten).

In de latere fase van haar onderzoek heeft ze ook het aspect 'kritische reflectie op jezelf' toegevoegd: 'voel je je nog dezelfde persoon als vóórdat je deze kennis had verworven?' Daarbij doelde ze onder andere op vertrouwen, wat immers ook een gevoel is. 

Eén van de vragen bij deze vragenlijst was of het ook een kwestie van leven of dood zou kunnen zijn of je deze kennis (de informatievaardigheden dus) bezit en het antwoord was verrassend vaak: ja!

Benieuwd geworden? Lees hier haar thesis.

dinsdag 2 januari 2024

In memoriam: mijn vader


In juli schreef ik nog over de wonderbaarlijke opstanding van mijn vader; toen geloofde ik nog in zijn onsterfelijkheid. Inmiddels is hij tegen alle verwachting in tóch overleden. Wij hebben hem vorige week vrijdag begraven. Mocht je mijn vader niet gekend hebben, dan heb ik hier een klein in memoriam voor je; het is een van mijn monumenten voor hem, want voortleven zál hij!

In memoriam

Onze lieve vader zag het levenslicht op 3 maart 1937 in Medemblik, waar zijn opa burgemeester was geweest. Voordat hij geboren werd, was zijn eigen vader al gestorven. Dat moet een grote impact op hem gehad hebben, maar hij heeft zich er nooit over beklaagd; hij nam de dingen zoals ze kwamen. Uit zijn jeugd herinnert hij zich vooral de oorlog, de honger en de bombardementen. En de grote liefde voor zijn moeder, drie broers en vier zussen; zij vormden ondanks de barre tijden een warme familie met elkaar daar in Noord-Holland. 

Toen hij 11 jaar was hertrouwde zijn moeder en verhuisde hij naar het Westland. Al gauw begon hij in de tuin van zijn nieuwe vader mee te werken en zware shag te roken. Dat hoorde er allemaal bij in die tijd. In de loop van zijn leven is hij het roken afgeleerd; het in de tuin werken is hij echter zijn hele leven blijven doen; eerst in dienst van zijn zwager Geert en vanaf zijn zevenentwintigste in zijn eigen bedrijf; het jaar daarna trouwde hij na zes jaar verkering met onze moeder en verhuisde hij naar Stompwijk, zijn eigen stekkie. Tevens nam hij zitting in de raad van toezicht van de bank aldaar en als tegenwicht ook in de raad van elf.

Al snel kwamen de kinderen, waar hij erg van genoot en graag mee stoeide en voetbalde. Toen we nog klein waren zag het hemeltje van de wieg zwart van zijn handen. Wat hield hij van ons! Evenveel als dat hij later van zijn kleinkinderen zou doen.

Helaas overkwam hem ook tegenspoed in de vorm van een hernia en een maagzweer. Pappa en mamma besloten dat het misschien een goed idee zou zijn om het wat rustiger aan te doen en kochten een huis met een groot stuk land in Gorssel, alwaar hij een kwekerij annex groothandel startte. Helaas bracht dat hem niet de broodnodige rust en uiteindelijk hebben ze het huis verkocht en zijn ze in Epse gaan wonen, alwaar pap als het ware de groothandelaar van de bloemenwinkel van zijn vrouw werd. 

En toen hij daar niet meer genoeg voldoening in vond, is hij bij de schouwburg gaan werken, alwaar hij wat meer tot zijn recht kwam en genoot van het toneel, de werkzaamheden, sfeer en ontmoetingen met artiesten. Het was een gelukkige tijd voor hem.

Na zijn pensionering verdeelde hij zijn tijd tussen zijn vrouw, zijn kinderen, kleinkinderen (en achterkleinkind), van wie hij zielsveel hield en die hij hielp met verhuizen, klussen en verven waar hij kon. En niet te vergeten het kerkkoor, de tuin- en jeu de boulesclub en last but not least zijn moestuin en daarnaast ook nog tuinen van anderen. Wat genoot hij ervan om in de natuur te zijn!

Zijn adagium was: een dag niet getuinierd is een dag niet geleefd. 

We zijn intens dankbaar dat het hem, nadat hij ernstig ziek was geworden in de zomer en het echt kantje boord was, nog een half jaar extra gegund werd om in zijn tuin te werken en daar bezoek van zijn talloze vrienden en familie kon ontvangen. 

Want dat was waar het in zijn leven om ging: vrienden, feestjes, rock ‘n’ rollen, gezelligheid, kinderen en familie. Hun zou hij nooit hulp weigeren of onfatsoenlijk behandelen. Hij was oprecht, warm en sterk. Wij missen hem enorm.

verhaal bij de foto