vrijdag 21 oktober 2022

Welke deur is voor het bloedprikken?

 


'Welke deur is voor het bloedprikken?', vroeg de vrouw aan de volle wachtkamer.

'Deur 9 en 10, maar u moet netjes wachten op uw beurt, net als wij.'

'Ja maar, ik moet bloedprikken!'

'Wij allemaal mevrouw!'

'Ja maar ik moet de prikken zetten!'

'Ohhhh, zeg dat dan! Deur 9 en 10......'

Wat een ellende met dat personeelstekort en willekeurig invliegende zzp'ers. En de herfst is nog maar net begonnen en de koude winter nog niet ingetreden. We zijn er nog lang niet!

zaterdag 8 oktober 2022

Congressen, colleges en vergaderingen: variatio delectat


Onlangs was ik – terwijl het onderwerp paradoxaal genoeg open en online onderwijs was – weer eens op een fysiek congres. In Nantes. Wat fijn om elkaar eindelijk weer eens live te ontmoeten. Of nou ja, weer eens: de meeste mensen die ik daar ontmoette kende ik alleen van Zoom of horen zeggen. 

En wat bleek: ze waren in het echt even leuk en gedreven als dat ze online waren! We hadden elkaar alleen nog nooit een hand gegeven of écht in de ogen gekeken, noch samen geluncht of een avondmaaltijd genuttigd, laat staan met elkaar gedanst. Geborreld al wel, maar ja, virtueel, ieder achter z’n eigen laptop met een glaasje wijn; dat blijft toch een beetje armoedig.

 Of we inhoudelijk meer bereikt hebben dan dat we een online congres zouden hebben gehad is de vraag. Want voor inhoudelijke uitwisseling hoef je niet per se fysiek bij elkaar te komen. Als ENOEL (European Network of Open Education Librarians) hadden we de afgelopen twee jaar maandelijks een online vergadering. Ter afwisseling hebben we online hackathons gedaan en interviews met docenten over open onderwijs via Zoom opgenomen. We hebben zelfs een toolkit in elkaar geknutseld. Twee jaar geleden zouden we dat niet voor mogelijk gehouden hebben.

 Met dezelfde groep hebben we ook presentaties gegeven op online congressen en daar leuke reacties op gekregen. Maar de rest van het congres gevolgd? Nee, dat dan weer niet. Dat is echt te saai en vermoeiend op de laptop. Dat kan ik persoonlijk geen hele dagen volhouden en ik heb groot respect voor degenen die dat wel kunnen. Bovendien was er ook nog ander werk binnen bereik.

 Ik heb die afzondering, die borrels en dat samen lunchen gewoon nodig. De informele uitwisseling, daar bloei ik van op! Niet dat dat elke maand moet, maar elkaar af en toe als groep gelijkgestemden op een afgezonderde plek inspireren, dat houdt de moed erin. Net zoals ik tijdens mijn studie klassieke talen af en toe op studiereis naar Griekenland of Italië meeging. Dat hield me gemotiveerd; daardoor kon ik weer maandenlang teksten vertalen en de diashows van de docenten archeologie verorberen. Het lichtte me op, ik was er gewéést, ik maakte er deel van uit!

 En als de colleges online waren geweest, zou ik dan net zo gemotiveerd zijn geweest? Dat is natuurlijk niet te meten; de tijden waren toen ook anders. Ik had geen baantje, want we mochten destijds niet werken naast onze studie, de woningnood was nog niet zo hoog, dus we woonden allemaal in de stad van onze studie, de studieschulden liepen nog niet zo snel op en de computers waren nog niet zo krachtig. Ik ging gewoon naar college, want dat was wat het was. Of ze altijd boeiend waren? Neuh. Sommige colleges zou ik liever versneld hebben afgedraaid en bij andere had ik liever ondertiteling gehad. Het was ook wel vaak op je horloge kijken om te zien hoe lang we nog moesten. Maar er was niets anders, dit was het aanbod. En vaak genoeg was het ook boeiend genoeg. Heel soms hadden we een gastcollege. Daar veerden we dan van op. Even een andere stem, een ander perspectief! Wat was dat verfrissend! Op een gegeven moment kreeg onze generatie studenten – ik zat toen in de masterfase – de beschikking over een OV-kaart. Ik kon elders vakken volgen en zelfs mijn masterscriptie bij een docent in een andere stad schrijven. Niet dat de docent per se beter was, maar zij was de specialist in mijn onderwerp. Ik voelde me bevrijd!

 Rond dezelfde tijd mochten wij naast onze studie gaan bijverdienen. Ondernemende studenten grepen meteen de gelegenheid aan om koerier te worden: geld vragen om pakjes van A naar B brengen terwijl de overheid voor de reiskosten opdraaide.

 Ik vraag me af hoe wij gereageerd zouden hebben als we in die tijd ook online colleges (bijvoorbeeld in de vorm van kennisclips, e-learning modules of podcasts) hadden kunnen volgen. Zouden we dat en masse gedaan hebben? Heel eerlijk gezegd denk ik van wel. Thuis, of in de trein (als koerier). Of we elkaar en de docenten dan minder goed gekend zouden hebben? Ik denk het niet. We zouden elkaar tijdens toffe borrels en dansavonden hebben ontmoet. En natuurlijk bij tijd en wijle bij een spectaculair hoor- of uitdagend werkcollege. En dat afgewisseld met af en toe een studiereis, hackathon, discussieavond of game.

 Want niets is zo demotiverend als gebrek aan afwisseling of keuzemogelijkheid...

Deze blog verscheen eerder hier en is geschreven voor het TLC. Het is een reactie op het besluit van ons CvB om de studenten te verplichten fysiek de colleges bij te wonen.