zondag 25 februari 2024

Lustrum sodalicium classicum

 


Het Sodalicium Classicum, de studievereniging van de opleiding Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, bestaat dit jaar 95 jaar. Tijd voor allerlei feestelijke activiteiten, waaronder een symposium, waarbij alle oud-sodales welkom waren. Of ze in groten getale kwamen opdagen? Nou, eigenlijk niet, misschien waren ze niet breed aangeschreven. Zelf weet ik niet meer zo precies hoe wij van dit symposium op de hoogte waren gekomen, misschien via Instagram of een alumnimail of zo, maar we hebben elkaar er op gewezen en zijn er met een kleine afvaardiging (hoera voor het beginjaar 1986!) heengegaan.

Het was grappig om als eiland van oud-studenten te midden van studenten, net afgestudeerden, stafleden, presentatoren, (oud)docenten en sponsoren te verkeren. Maar het plezier was er niet minder om; ook wij hadden elkaar een tijdje niet gezien en het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis is een sfeervolle plek.

Naast koffie, thee, lunch en fruit (en borrel na) waren er ook lezingen, vijf maar liefst! Het thema van al deze lezingen was spiegels.

In de eerste lezing (door Ruurd Halbertsma van het Rijksmuseum der Oudheden) werd dit thema heel letterlijk genomen; ze ging over Etruskische spiegels en hoe daar vrijelijk met de Grieks/ Romeinse mythologie om werd gegaan, en niet alleen met de mythologie, maar ook met elkaar. In vergelijking met die Etrusken waren die Grieken en Romeinen maar een preuts volkje! We leerden er zelfs een nieuwe term: anasyrma. En toen was het nog maar elf uur in de ochtend!

De volgende lezing werd gegeven door de Radboudiaanse Bé Breij en ging over Sophistopolis (griezelkabinet of lachspiegel?), een parallelle fantasiewereld die in de hellenistische tijd ontsproten was aan een verzameling fictieve aanklachten en verdedigingen in verzonnen rechtszaken, die niet zelden handelden over heikele onderwerpen als magie, moord, kannibalisme of rare seks. Nou, die kwam ook wel even lekker binnen zo vlak voor de lunch - het stukje over de ergste fantasie-uitspattingen op het gebied van kannibalisme had Breij dan ook maar niet vertaald om ons te sparen. Eén van de vragenstellers vroeg haar uit nieuwsgierigheid dat tóch voor ons te doen. Wij oudgedienden keken elkaar aan van 'maar dat Latijn kunnen ze toch gewoon lezen, het zijn classici!'. Tja, het niveau zal wellicht dan toch wat gedaald zijn de afgelopen 30 jaar...

De eerste lezing na de lunch werd gegeven door onze jaargenote Angelique Notermans, een jaloersmakend verhaal over een prachtige Romeinse villa op Sicilië (Piazza Armerina) waarvan de mozaïekvloeren bijzonder goed bewaard zijn gebleven. Het bracht ons in vakantiestemming.


Maar lang konden we daar niet blijven, want daar diende Ronald Blankenborg zich aan. Hij deed zijn voordracht - waar maak je dat nog mee? - helemaal zonder powerpoint, want hij wilde dat we vooral zouden gaan luisteren en wel naar antieke poëzie. Versmaten. Hij begon met het uitleggen van dochmische metriek aan de hand van O sole mio ('durfde iemand dat eens voor ons te zingen?' Ja, warempel, de hoogleraar Grieks, op indrukwekkende wijze). Het was herkenbaar, behalve dat er bij ons nooit gepraat werd over 'sound-triggering' en 'category-triggering'. Ook het denken over het Griekse metrum ontwikkelt zich blijkbaar.

En als laatste nóg een Leidse gast: Willemaal Waal, directeur van het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten. Zij spiegelde het Lineair B (Myceens en dus westers) met het Hittitische schrift (uit Anatolië en dus oosters). Naast anders van vorm waren ze ook zeer anders van inhoud. Interessant, hier hoor je niet elke dag over. En het Lineair A blijkt nog steeds niet geheel ontcijferd te zijn. Zelf spiegelde ik mijn leerlingen altijd voor dat zij (mits ze goed zouden opletten) misschien later wel het Lineair A zouden kunnen ontcijferen; zij zouden er dus nog steeds eeuwige roem mee kunnen verwerven.....

Al met al een heerlijk nostalgisch dagje. Over vijf jaar zijn we er weer bij, hopelijk vergezeld van meer oud-oudstudenten!