Natuurlijk lieten we het ons niet ontnemen door Het Virus: ons jaarlijkse weekendje weg met de studiegenoten klassieke talen, al moeten we er wel bij aantekenen dat we het mede door lieten gaan doordat de annuleringsvoorwaarden heel slecht waren: als we niet waren gegaan, zouden we maar 25% van de totaalsom terug hebben gekregen.
Het betekende wel dat we alsnog een groot offer moesten brengen: de partners en kinderen zouden dit jaar niet met ons mee mogen, zodat we voldoende afstand tot elkaar konden houden. Lekker met z'n zevenen in een 20-persoons
huisje; dat is nog eens Lebensraum! De eerste nacht hebben mijn voormalig studiegenootjes daar zelfs maar met z'n zessen gezeten, gegeten, gedronken en geslapen, ZONDER MIJ!
Ik zat namelijk in quarantaine, in afwachting van de uitslag van mijn coronatest. Die test was donderdag al afgenomen (ik had een lichte verkoudheid met wat keelpijn), maar ik had het verlossende telefoontje van de GGD nog niet ontvangen. Ik gebruik het woord k*t niet vaak, maar hier was wel heel erg van toepassing.
Zat ik daar in m'n eentje thuis een glaasje Baileys te drinken.
Toen ik de volgende dag opstond (zonder kater, want ik had het bij één glaasje gehouden), zag ik dat mijn vrienden mij 's nachts geappt hadden: dat ze het er unaniem over eens waren dat ik absoluut moest komen: het voelde niet compleet zonder mij, ze voelden zich geamputeerd. Ik slikte van ontroering en merkte ineens: de keelpijn was weg!
Ik dacht nog even dat het misschien een soort beneveld grapje van ze was, maar nee, het was bloedserieus. Ze herhaalden hun uitdrukkelijk verzoek, mijn gehuurde fiets stond al klaar en nu mijn verkoudheid zo goed als weg was, durfden ze het aan om mij te laten aansluiten - we zouden immers de hele dag buiten zijn en de kans dat ik positief zou testen nu de verkoudheid weg was zou sowieso zo goed als nihil zijn. Zelden zo'n groep slimme mensen bij elkaar gezien! Want 's middags bleek de uitslag inderdaad negatief te zijn en toen zat ik al lang en breed op de fiets naar Groenlo en kon ik toen we daar eenmaal aankwamen zelfs een echte pul ongefilterd oerbier in het
Grolschmuseum drinken. Zelden zo'n lekkere kelk pils gedronken. De stemming was dan ook opperbest: we waren weer verenigd en konden de hele wereld aan.
De (droge - hij dronk ook geen bier) humor van de museumgids sloot perfect aan bij de Brabantse. Afstand tot ons voelde hij niet: we mochten hem omhelzen als we dat wilden. Maar zó close wilden we nou ook weer niet met hem worden, ondanks dat hij nog zo zijn best had gedaan ons de romantiek van het bierbrouwen en de gildemeesters te laten voelen middels twee filmpjes (
hier een fragment uit een van de filmpjes). Vakmanschap is meesterschap en hop het geheim.
We hebben er nog lang over nagepraat.
De laatste dag van het (gebroken) weekend was rustiger, toen hebben we de
tuinen van Rosenhaege met bijbehorend
Keltisch koffiehuis bezocht. Dat laatste natuurlijk vooral om onze 'Ierse' vriendin (zij heeft klassieke talen én Keltisch gestudeerd) te behagen: zij was helemaal uit (N-)Ierland gekomen om dit weekend met ons door te brengen. Iets wat ze overigens elk jaar doet, zo hecht zijn we wel, dus moet je wat voor elkaar over hebben, nietwaar? Wat haar betreft betekende dat dit jaar voor vertrek naar Nederland testen op corona en na afloop twee weken in quarantaine. Maar dan echt, en niet dat gesjoemel van mij....
|
happy me |