donderdag 10 mei 2018

Carrièrelunch


Zó vaak krijg ik geen post vanuit de opleiding klassieke talen, maar een paar weken geleden kwam er opeens een mailtje binnen van een vertegenwoordiger van de studentenvereniging van GLTC: of ik als alumna mee wilde doen aan een carrièrelunch en de studenten iets wilde vertellen over mijn carrière na mijn studie klassieke talen. Maar natuurlijk! Zelfs als de lunch op mijn vrije dag is....

De lunch zelf bleek voornamelijk te bestaan uit heerlijke zelfgemaakte hartige en zoete spijzen (de helft van de studenten zou in ieder geval al geschikt zijn voor een carrière als kok!) en werd geserveerd in een helaas nogal zielloos collegezaaltje in het zogenaamde TvA-complex, dat op de nominatie staat om gesloopt te worden. Aan presentatievaardigheden zou nog wel wat gesleuteld kunnen worden door de jongens en de meisjes. Maar misschien hadden ze dit zaaltje gratis kunnen huren.

Naast mij was er nog een aantal alumni: een leraar uit Limburg, een assistent professor van de vakgroep geschiedenis (toevallig een jaargenot van mij) en twee promovendi (een bij archeologie en een bij cultuurwetenschappen). Behalve de leraar dus allemaal op de campus werkzaam.
Enfin, we mochten ons voorstellen en vertellen hoe we tot de keuze voor ons beroep waren gekomen. De meesten waren er net als ik van overtuigd dat ze na hun studie het onderwijs in zouden gaan, maar bij vier van ons vijf liep het uiteindelijk toch een beetje anders. Drie van de vijf hadden uiteindelijk voor het onderzoek gekozen en ikzelf na een carrière van zes jaar in het onderwijs (waar ik overigens nooit spijt van heb gehad - ik zou het zo weer doen) voor het wonderschone boekenvak. 

Tijdens de lunch konden de studenten (een stuk of vijftien) vragen aan ons stellen. Ik had eerlijk gezegd verwacht dat ze me meteen met vragen over de bibliotheek zouden bestoken, maar nee, het ging vooral over mijn onderwijsperiode: of het niet saai was om elk jaar opnieuw de ablativus absolutus uit te leggen en zo. Echt niet, zo meldde ik ze naar waarheid, want het onderwijs is zo veel méér dan dat. Je hebt namelijk te maken met jonge mensen, en die zijn stuk voor stuk de moeite waard, elk jaar opnieuw. Je bouwt een band met ze op, leert ze (inderdaad) de grammatica, maar vertelt ze ook verhalen (en zij jou), en vertaalt en beleeft de teksten met ze en ziet ze langzaam beter worden in Grieks, Latijn en tekstbegrip, maar je ziet ze ook volwassen worden. Je gaat met ze op reis en maakt ze zo op een hele andere manier mee. En je hebt leuke (want sociale) collega's.

Uiteindelijk moest ik wel erkennen dat het voordeel van mijn huidige baan is, dat ik 's avonds en in het weekend niet meer hoef te werken. Dat dat wel een zwaarwegende motivatie voor mij was geweest om niet na een paar jaar tóch weer terug te keren naar het onderwijs. O ja, en dat werken in een bibliotheek óók gewoon heel leuk is en dat ik mijn onderwijservaring en vakkennis bij de UB ook goed kan inzetten. En ook leuke collega's heb.

Al met al een boeiende middag. En een aardige bijkomstigheid dat we bij wijze van dank twee mooie boekjes en een doosje bonbons kregen. Alleen al daardoor voelde het absolutum niet als een opoffering.

Geen opmerkingen: