zaterdag 18 april 2020

Volkstuintje


Midden in de winter liepen mijn buurvrouw en ik met de hond langs de dijk. Vanaf de dijk zagen we een veldje dat bewerkt leek te worden voor iets; tuintjes wellicht? Voorheen liepen hier koeien.

We liepen er heen en gingen eens navraag doen. Ja, inderdaad, men was daar de grond aan het prepareren voor het aanleggen van volkstuintjes. De vorige tuintjesoase moest namelijk opgeheven worden in verband met de komst van huizen en nu werd die hierheen verplaatst. O, wat leuk! Zouden wij ook een tuintje kunnen nemen? Dat moesten we maar eens navragen bij de Lente Aarde, want zo heet de volkstuinvereniging in Lent.

En warempel, men had nog drie percelen over. We mochten zelf kiezen welke we wilden; dat was op de plattegrond aangegeven. Ehhh, doe maar perceel 30 dan, een soort van blind kiezen, want we hadden geen idee van wat een gunstig gelegen stukje grond was, de beste stukjes waren sowieso al vergeven, schatten we zo in. En na betaling van borg en inschrijfgeld waren we dus ineens trotse bezitters van een volkstuintje.

En toen? Niks, want het was winter. Maar langzaam werd het lente en konden we aan de slag. Het was precies de tijd dat het coronavirus om zich heen aan het grijpen was. Niet dat wij daar last van hadden - integendeel: we hadden lekker wat om handen nu we toch geen uitstapjes konden maken. Spitten in plaats van festivallen, ook wel eens gezond!

Enfin, al gauw hadden we een plan voor ons tuintje gemaakt en de benodigde spullen daarvoor gekocht: een mooi kersenboompje met houtsnippers daaromheen in het midden. Van daaruit zouden we in stervorm verder werken. Geen saaie bedjes, maar meer een soort vrolijk festivaltuintje. Met groenten én bloemen.

Wij met de plattegrond op de telefoon naar het volkstuinencomplex toe. Ja, hier moet het zijn. Spitten, planten en strooien maar!

De volgende dag keerden we terug en wie schetst onze verbazing? Een of andere man was bezig ons tuintje verder om te spitten. 'Wat aardig van u, maar dit is ons tuintje!' 'Nee hoor, van ons. Toch, kinderen?' 'Ja, hier was mamma ook bezig vorige week'. Nou, dan had mamma niet veel gedaan, want we zagen geen sporen van verrichte werkzaamheden.

Tja, wat nu? Wie had er nou gelijk? Het plattegrondje bood geen uitsluitsel, het was een onduidelijk plattegrondje en er stond nergens een nummering bij de percelen.

Lekker dan.

Aangezien we de dagen daarop geen beweging meer zagen in ons tuintje, namen we aan dat de man zich vergist had. Natuurlijk, hoe kon hij zo dom zijn! Ondertussen waren we hem wel dankbaar dat hij een lastig stukje van onze tuin had omgespit, maar aangezien noch hij, noch zijn vrouw, noch zijn kinderen zich lieten zien, konden we hem niet bedanken.


En ineens zat er een berichtje in onze mailbox. Van de coördinator van het volkstuitjesncomplex. Waarom we zo brutaal waren geweest om ons het tuintje van onze buren toe te eigenen. Oei! De volgende ochtend om 10 uur werden we op het complex verwacht om het geschil op te lossen. Zou de rijdende rechter al ingeschakeld zijn, vroegen wij ons angstig af. Met hangende pootjes, maar toch nog overtuigd van ons gelijk, verschenen we op de afgesproken tijd bij ons (?) tuintje. Het bleek perceel nummer 31 te zijn, toch niet het onze dus. Het onze, perceel 30, lag er naast, maar daar stond al een boompje op. Alvast voor de sier overgebracht van het vorige tuintjescomplex, bleek later. Ja, wisten wij veel, er was niets ingetekend op het plattegrondje. Mooi, dank u wel, maar wij hebben dus al een boompje in het tuintje geplant dat blijkbaar niet het onze was. En redelijk wat omgespit, een houtsnipperpatroon aangelegd en bloemenmengsel gestrooid. 'Wij eisen dat dat na het weekend van ons tuintje verdwenen is', zeiden onze buren, nog steeds een beetje landjepikkers in onze ogen.

'We zouden ook gewoon kunnen ruilen, opperden we. De stukjes land zijn precies even groot en liggen even ver van het pad en de waterpunten.' Maar daar kon natuurlijk geen sprake van zijn, want anders raakte de hele administratie in de war en onze buren hadden nu eenmaal hun zinnen gezet op perceel nummer 31 en niets anders dan 31.

Okay, we hadden toch niets beters te doen (geen festivals, geen verjaardagen, gelukkig nog wel bewegingsvrijheid door het intelligente bestuur van 'onze Mark'), dus we hebben het weekend maar benut om onze schatten over te poten.


Het voelde als een goede daad en toen onze gieter lek bleek te zijn, mochten we die van de buren lenen. Ze hadden het ons al weer vergeven.

Het is een mooi tijdverdrijf, zo'n volkstuintje.

donderdag 9 april 2020

Nieuwe attractie in Nijmegen/ Lent


Twee jaar hebben we er op moeten wachten en gisteren was het eindelijk zo ver: de plaatsing van het Romeinse masker aan de (Spiegel)Waal. Het staat weliswaar nog niet z'n definitieve plek, maar een kniesoor die daar op let. Hij is mooi!

en het is nu al een attractie

Misschien nog wel minstens zo spectaculair was trouwens het vervoer per schip, nou ja, preciezer gezegd, ponton, van de 6 meter hoge gezichtshelm vanuit Millingen. Mooi in beeld gebracht door Jeroworld ook....



De originele Romeinse verzilverde gezichtshelm is overigens in niet-coronatijden in museum het Valkhof te bezichtigen, maar nu dus even niet. Jammer.

dinsdag 7 april 2020

Pannenkoekenkookles in het Latijn


Wie wil dat nou niet, (pannenkoeken)kookles in het Latijn? Gelukkig zijn er docenten die dat voor je regelen. En ze verkleden zich er ook nog eens in toga voor om het helemaal af te maken.

Eet smakelijk en vergeet niet je handen te wassen voordat je begint!

zondag 5 april 2020

Verhalen vertellen in coronatijd


Verhalen zijn eigenlijk altijd belangrijk, maar helemaal als je om de een of andere reden opgesloten zit. Je moet toch ergens je troost uit halen, of niet soms?

Gelukkig zijn er een paar mensen die dat begrijpen, en dan noem ik in de eerste plaats Ivo van Hove van de Toneelgroep Amsterdam, of hoe heten ze tegenwoordig ook alweer, het Internationaal Theater Amsterdam ja. Tijdens een van de laatste afleveringen van DWDD - o, wat mis ik dat programma toch - zei hij dat hij het plan had opgevat om zijn acteurs elke avond een verhaal uit de Decamerone te laten voordragen.

En voilà, na enkele dagen konden wij de eerste acteur met de eerste episode bewonderen: Ramsey Nasr met het verhaal over Peronella die haar minnaar in een wijnvat verbergt op het ogenblik dat haar man onverwacht thuiskomt met een koper voor dat vat. Dat doet hij echt subliem, onder andere door beide protagonisten in een vet Rotterdams accent te laten praten. Maar ook de andere episodes zijn fantastisch verteld. Kijk, daar blijf je wel voor thuis. Ik wel tenminste!

Verder heb je nog Bart van Loo, die vanuit zijn huis elke twee dagen over een boek vertelt dat hem na aan het hart ligt en daar een stukje uit voorleest. Dat is echt een meesterverteller, wat een natuurtalent! Zie hier voor zijn coronacollectie tot nu toe. En als je nog niet overtuigd bent en zijn podcast van De Bourgondiërs nog niet gehoord hebt, dan raad ik je aan die heerlijk te beluisteren en je mening te herzien.

En natuurlijk Paul Groos, oftewel verteller Paul, die de VrijMiMy heeft geïntroduceerd: elke vrijdagmiddag om stipt 16 uur vertelt hij een mythe. Tot nu toe zijn Dido, Orpheus en Alkestis en Theseus aan de orde geweest. Check zijn YouTubekanaal!

Last but not least heb je dan ook nog Paul Haenen met zijn Radio Oranje ('onderduik-tv'). Kijk en luister hier. Ook zijn facetimegesprekjes (hier bijvoorbeeld met Theo Maassen) zijn de moeite van het beluisteren waard.

Ik hoop dat je er net als ik wat troost in vindt in de dagen dat je niet heerlijk buiten in de zon kunt zitten!