zondag 24 juni 2012
Symposium Open Access
Afgelopen vrijdag was ik naar een door het Centrum voor Ethiek georganiseerd symposium over Open Access, al was het alleen maar omdat wij als UB in samenwerking met het Soeterbeeckprogramma van plan zijn iets dergelijks in het najaar te organiseren. Sprekers waren onze eigen bibliothecaris, een jurist van een advocatenkantoor uit Nijmegen, een vertegenwoordiger van Elsevier en de voorzitter van de NWO. Deze laatste, Jos Engelen, was de keynote speaker.
Opvallend was dat de zaal voornamelijk gevuld was met mannen; ik ben een vrouwenwereld gewend, dus het viel me meteen op. 'Dat komt vast omdat het onderwerp te moeilijk is', mompelde een collega van mij achter mij heel geëmancipeerd.
Onze bibliothecaris had de eer te beginnen en de mooiste titel voor haar lezing te hebben, namelijk Who's afraid of Open Access? En haar conclusie: niemand hoeft bang te zijn voor Open Access. Wellicht alleen (de aandeelhouders van) de grote uitgeverijen, waarbij ze venijnig de kant van de vertegenwoordiger van Elsevier uit keek.
Hierna kwam de jurist aan het woord; geduldig legde hij - inclusief een aantal saillante voorbeelden - alle ins en outs van het auteursrecht uit. Het was wel duidelijk dat hij geen makkelijk beroep heeft.
En toen kwam Sweitze Roffel, de vertegenwoordiger van Elsevier, aan het woord. In het hol van de leeuw. Wat uiterlijk en naam betreft had hij niet misstaan in een aflevering van de Lullo's, met die grote krullebol en z'n bloes die net iets te veel uit z'n broek hing. Maar z'n Engels en z'n flair was beter getraind dan dat van z'n voorgangers, dat was wel duidelijk. En z'n praatje leek daardoor nog redelijk overtuigend ook. Elsevier is absoluut niet tegen Open Acces, hoewel het niet meer is dan just another business model. En welk business model er gehanteerd wordt, dat maakt ze in principe niet uit (als er maar verdiend wordt nietwaar?) en ondertussen probeerde hij zo filantropisch mogelijk over te komen.
Na zijn behoorlijk uitgelopen betoog en de pauze was het dan de beurt aan de keynote speaker, Jos Engelen. Die gaf Roffel meteen een behoorlijke steek onder water door te zeggen dat hij het kort zou houden, omdat academici nou eenmaal respect voor het publiek hebben.
Engelen is een uitgesproken voorstander van Open Access en laat volgens eigen zeggen geen kans voorbij gaan om het te promoten; het is namelijk een veel eerlijker en transparanter systeem van wetenschap bedrijven. De burger, die belasting betaalt om de wetenschappers hun werk te laten doen, heeft ook het recht om de publicaties (waar bijvoorbeeld krantenartikelen op gebaseerd zijn) in te zien. De wetenschapper zal er aan moeten wennen dat-ie moet betalen om z'n artikelen geplaatst te krijgen, maar dat zal bekostigd kunnen worden van de winst die behaald wordt uit het minder duur worden of gaan ontbreken van de abonnementskosten van de huidige wetenschappelijke tijdschriften, dus qua prijs maakt het uiteindelijk niet uit - in het woordje uiteindelijk zit overigens wel de angel, want er zal een overgangsperiode zijn met het gevaar van dubbele kosten, namelijk voor het handhaven van de huidige abonnementen totdat de Open Accesstijdschriften volledig ingeburgerd en impact factorfahig zullen zijn. Maar daarom stimuleert de NWO de Open Accessinitiatieven waar ze maar kan.
Als laatste onderdeel stond er een discussie/ debat op het programma tussen Sweitze Roffel en Jos Engelen; voor de zekerheid ging het hoofd van het Centrum voor Ethiek er maar tussen zitten. Dat mag overdreven lijken, het was het allerminst; ze vlogen elkaar bijna in de haren. De keren dat Roffel aan het woord was, keek Engelen ongeveer als Melkert in het beroemde verkiezingsdebat naar (of juist niet naar) Fortuyn. Andersom viel dat wel mee, maar je voelde de enorme, bijna agressieve spanning tussen die twee.
Jammer dat er geen opnamen van het symposium zijn gemaakt. Het onderwerp was immers Open Access? Not quite dus. Gemiste kans dat laatste wat mij betreft.
zondag 17 juni 2012
iPaddiefstal
Soms lees je wel eens berichten die heel sneu zijn. Bijvoorbeeld het bericht over de diefstal van een grote hoeveelheid iPads bij de iPadschool-in-wording in Utrecht. Hoe zou de beveiliging daar geregeld zijn, vroeg mijn zoon zich af. Hangt het daar niet helemaal vol met camera's om diefstal te voorkomen? Gelukkig las ik dat de school in ieder geval goed verzekerd was en dat de iPads in kluizen lagen.. Maar ze moeten nu wel weer met boeken en schriften gaan werken tot de nieuwe iPads er zijn. Dat zal wennen worden!
Ondertussen krijgen wij - als onderwijsinstelling in de stad die de Applehoofdstad van Nederland gaat worden moet je wat - ook steeds meer iPads in de onze kantoren.
Hoe zou het eigenlijk met onze beveiliging en verzekering gesteld zijn, vroeg ik me af. Ik neem aan wel goed, want in onze UB staan boeken die per stuk duizenden iPads waard zijn.
Gelukkig maar, dat geeft een veilig gevoel. Want zelfs die zijn nog nooit gestolen.
donderdag 14 juni 2012
dinsdag 12 juni 2012
zondag 10 juni 2012
Waarom de Nederlanders verloren volgens Roosenboom
In het schitterende boekje Denkend aan Holland (2005) geeft Thomas Roosenboom een verklaring voor het verlies van het Nederlands elftal:
De supporters van de tegenstander verbleken volledig bij de Oranje-aanhang: doen de eersten het nog steeds met een sjaal en een vlag, wij dossen ons inmiddels uit met een oranje klomp of molen op het hoofd, of als indiaan, of helemaal rood-wit-blauw geschminkt. Dát zijn nog eens aanhangers, zou je zeggen, geen moeite is ze te veel, nee inderdaad, geen moeite is ze te veel, als ze er maar mee op de televisie kunnen komen, en de rest van de wereld ze bijzonder vindt, alleen, zingen kunnen ze niet, op één typisch Nederlands deuntje na, 'olé, olé, olé, olé', maar als Oranje achterstaat houden ze daar zelfs ook nog mee op. Vreemde tegenspraak? Helemaal geen tegenspraak...de Oranje-aanhanger komt niet voor het voetbal, die komt om zichzelf te laten zien, die staat al een uur voor de wedstrijd te hossen, die vindt zichzelf veel belangrijker dan het spel en alle spelers bij elkaar, als die thuiskomt is het eerst wat hij vraagt: ben ik nog een beeld geweest? Grote voetballers als Van Basten, Bergkamp en Gullit, bij hun buitenlandse clubs speelden ze de sterren van de hemel, terwijl ze er in Oranje bijna nooit iets van bakten...nee, dat begrijpen we nu wel, die waren bij hun club supporters gewend voor wie voetbal belangrijk is, die door dik en dun blijven steunen en zingen, opzwepend, aanmoedigend, door en door ernstig, trouw en deskundig...Het is niet óndanks het Oranje-legioen dat Bergkamp en Van Basten in Oranje niet vooruit te branden waren, maar juist vanwége dat legioen, met die maffe uitdossing, die alleen voor eigen vermaak ingezette wave, en dat woordloze, eenregelige, even infantiele als afstompende gezang, heel die carnavaleske, onserieuze ambiance waar je pap van in je benen krijgt, waardoor je niet meer kan winnen en, voor die meuten eigenlijk ook niet meer wil....Maar na afloop natuurlijk wel even voor de camera zeggen dat de steun fantastisch was, want je moet ze natuurlijk niet tegen je hebben....Veel kijkplezier verder!
zaterdag 9 juni 2012
Trapveldje (8)
En ineens was er weer wat activiteit rondom het trapveldje: er is een jongerenontmoetingsplaats bij geplaatst.
Mijn zoon is er niet positief over: 'een bushok'. Hij heeft er al een oude man met een krantje in gespot.
donderdag 7 juni 2012
Sportzomer
Het is eigenlijk al een beetje begonnen, nee, ik bedoel niet de zomer, daar kun je nauwelijks van spreken met dit weer, maar de sportzomer, met Roland Garros. En daar komen straks het EK voetbal, de Olympische Spelen en de Tour de France nog bij. Niet iedereen wordt daar blij van; sommige mensen zijn bij voorbaat al sportzomermisselijk.
En we moeten het ook al zonder De Wereld Draait Door doen deze zomer. Maar dominee Gremdaat heeft daar wat op gevonden: Laat je eigen wereld à la Matthijs doordraaien! 'Niet stil blijven staan bij wat je mist, maar genieten van wat er voor in de plaats komt'.
En je af en toe laten troosten door de dominee.
Of er toch gewoon in meegaan:
Labels:
dwdd,
gremdaat,
sport,
sportzomer,
zomer
woensdag 6 juni 2012
Addervlees als remedie tegen hoofdluis
Gelukkig lijken wij er vanaf te zijn nu onze kinderen naar de middelbare school zijn: hoofdluis. My god, wat haat ik die beestjes.
En ze zijn van alle tijden: ook de Grieken en de Romeinen hadden er al last van. De Oudheid, een weblog dat ik pas ontdekt heb, schreef erover. De remedie in de oudheid tegen hoofdluis: het eten van addervlees. Hierbijhet recept voor als je last van luizen hebt (of 400 jaar oud wilt worden):
Sommige mensen, nogmaals, gebruiken adders als voedingsmiddel. Als je dit doet, is het aan te raden om op het moment dat ze gedood worden, zout in hun bek te leggen en dat te laten smelten. Vervolgens moet aan beide uiteinden van het lichaam van het lichaam een lengte van vier vingers worden afgesneden en moeten de darmen worden verwijderd. De rest moet gekookt worden in een mengsel van water, olie, zout en dille.Eet smakelijk!
dinsdag 5 juni 2012
Evelien
Classici aller landen verenigt u! Daar lijkt het op, als je de studierichting van nieuwe volger Evelien bekijkt: GLTC!
Naast studeren doet ze ook nog vrolijke dingen als dansen, zingen en naaien. Ze komt dan ook uit een kunstzinnige familie. Of ik Evelien ken? Nou nee, maar wat niet is kan nog komen, want we werken en studeren op dezelfde campus; ik zal voortaan wat beter om me heen proberen te kijken.
Welkom!
Naast studeren doet ze ook nog vrolijke dingen als dansen, zingen en naaien. Ze komt dan ook uit een kunstzinnige familie. Of ik Evelien ken? Nou nee, maar wat niet is kan nog komen, want we werken en studeren op dezelfde campus; ik zal voortaan wat beter om me heen proberen te kijken.
Welkom!
maandag 4 juni 2012
Oude nachtjapon
Voor kinderen - ik zie het tenminste bij de mijne - is iets al gauw ouderwets. Vonden ze het een half jaar geleden nog stoer dat ik Angry Birds speelde, nu zeggen ze daarover 'speel je dat nog steeds? dat is écht allang uit hoor!' En ook mijn lievelingscrocs, die ik al drie jaar met veel plezier draag, vinden ze echt niet meer kunnen, terwijl ze er vier jaar geleden nog een moord voor deden. Nee, Vans moet ik kopen (no way by the way).
En gisteren kwamen ze er plotseling achter dat we al 15 jaar dezelfe mixer en thermoskan en - nog erger - ik al 20 jaar dezelfde nachtjapon heb.
Tja, je bent opgegroeid met ouderwetse kwaliteitsproducten of niet...
zaterdag 2 juni 2012
Moeten bibliotheken stilteparadijzen zijn?
Zelf ben ik een groot voorstander van stilte; er is immers al herrie genoeg op de wereld. In stilte kun je je ook beter concentreren. En toch staat de stilte onder druk, ook bij bibliotheken. In de bibliotheek waar ik zelf werk, zijn er gelukkig stilteplekken genoeg. Logisch, want voor een universitaire studie moet je je wel eens concentreren. Er zijn zelfs mensen die hier gestudeerd hebben en puur voor de stilte naar onze bibliotheek zijn teruggekomen om er in de heerlijke stilte van de leeszaaal een boek te schrijven.
Die stilte moet je de mensen gunnen; de Belgische schrijfster Ann de Craemer schreef bijvoorbeeld pas in De Morgen over haar bibliotheekervaringen:
Toch wil de bibliotheek ook een ontmoetingsplek zijn en en blijven en moet het er een beetje bruisen (natuurlijk liefst van kennisdeling), want anders krijg je absoluut een te stoffig imago en gebeurt er straks hetzelfde als met kerken: dan komt er niemand meer en staat onze collectie een beetje te verstoffen op een plek die het hart van de campus zou moeten zijn.
'Te verstoffen? Maar alles is toch digitaal tegenwoordig?'
O ja? Wat het maar zo! Slechts 35% van het huidige actuele boekaanbod is digitaal aanwezig, om maar eens wat te noemen. Daar heerst in ieder geval stilte.
Maar dát is nou net de stilte die we niet willen!
Zie ook: de bib uitdagend rustpunt aan zee
Die stilte moet je de mensen gunnen; de Belgische schrijfster Ann de Craemer schreef bijvoorbeeld pas in De Morgen over haar bibliotheekervaringen:
In God de Vader geloof ik allang niet meer, maar in bibliotheken kan ik vandaag nog de heilige sfeer proeven die ik als kind in kerken heb ervaren. De stilte. Het gevoel met z’n allen met iets bezig te zijn dat hoger en groter is dan jezelf. Een geur die je alleen op die plek kan vinden. Digitalisering is fantastisch; vooruit met die geit, maar bibliotheken als fysieke plekken waar ons collectief geheugen is opgeslagen moeten we zo lang mogelijk in ere blijven bewaren. Ik herhaal de woorden van een protesterende man aan de voordeur van Kensal Rise Library: “We verdedigen de bibliotheek en we gaan niet moreel inferieur zijn aan de Victorianen die ze 111 jaar geleden gebouwd hebben.” Leve de e-reader, maar vooral leve het papieren boek, en leve de plekken waar mensen kosteloos kunnen genieten van het mooiste en meest nuttige tijdverdrijf dat er is: lezen.Toen wij onze hippe en catchy Learning Zone planden, was het niet de bedoeling dat het een stilteplek zou worden, maar de studenten hebben dat zelf afgedwongen. En ze ergeren zich dan ook dood aan de middelbare scholieren die hier komen studeren in de examentijd. En ondertussen staan de digiboards en touchtable in deze ruimte er behoorlijk ongebruikt bij...
Toch wil de bibliotheek ook een ontmoetingsplek zijn en en blijven en moet het er een beetje bruisen (natuurlijk liefst van kennisdeling), want anders krijg je absoluut een te stoffig imago en gebeurt er straks hetzelfde als met kerken: dan komt er niemand meer en staat onze collectie een beetje te verstoffen op een plek die het hart van de campus zou moeten zijn.
'Te verstoffen? Maar alles is toch digitaal tegenwoordig?'
O ja? Wat het maar zo! Slechts 35% van het huidige actuele boekaanbod is digitaal aanwezig, om maar eens wat te noemen. Daar heerst in ieder geval stilte.
Maar dát is nou net de stilte die we niet willen!
Zie ook: de bib uitdagend rustpunt aan zee
Abonneren op:
Posts (Atom)