Onlangs was ik – terwijl het onderwerp paradoxaal genoeg
open en online onderwijs was – weer eens op een fysiek congres. In Nantes. Wat
fijn om elkaar eindelijk weer eens live te ontmoeten. Of nou ja, weer eens: de
meeste mensen die ik daar ontmoette kende ik alleen van Zoom of horen zeggen.
En wat bleek: ze waren in het echt even leuk en gedreven als
dat ze online waren! We hadden elkaar alleen nog nooit een hand gegeven of écht
in de ogen gekeken, noch samen geluncht of een avondmaaltijd genuttigd, laat staan met elkaar gedanst. Geborreld al wel, maar ja, virtueel, ieder achter z’n eigen laptop met
een glaasje wijn; dat blijft toch een beetje armoedig.
Of we inhoudelijk meer bereikt hebben dan dat we een online
congres zouden hebben gehad is de vraag. Want voor inhoudelijke uitwisseling
hoef je niet per se fysiek bij elkaar te komen. Als ENOEL (European Network of
Open Education Librarians) hadden we de afgelopen twee jaar maandelijks een
online vergadering. Ter afwisseling hebben we online hackathons gedaan en interviews
met docenten over open onderwijs via Zoom opgenomen. We hebben zelfs een
toolkit in elkaar geknutseld. Twee jaar geleden zouden we dat niet voor
mogelijk gehouden hebben.
Met dezelfde groep hebben we ook presentaties gegeven op
online congressen en daar leuke reacties op gekregen. Maar de rest van het
congres gevolgd? Nee, dat dan weer niet. Dat is echt te saai en vermoeiend op
de laptop. Dat kan ik persoonlijk geen hele dagen volhouden en ik heb groot
respect voor degenen die dat wel kunnen. Bovendien was er ook nog ander werk
binnen bereik.
Ik heb die afzondering, die borrels en dat samen lunchen
gewoon nodig. De informele uitwisseling, daar bloei ik van op! Niet dat dat
elke maand moet, maar elkaar af en toe als groep gelijkgestemden op een afgezonderde
plek inspireren, dat houdt de moed erin. Net zoals ik tijdens mijn studie
klassieke talen af en toe op studiereis naar Griekenland of Italië meeging. Dat
hield me gemotiveerd; daardoor kon ik weer maandenlang teksten vertalen en de
diashows van de docenten archeologie verorberen. Het lichtte me op, ik was er
gewéést, ik maakte er deel van uit!
En als de colleges online waren geweest, zou ik dan net zo
gemotiveerd zijn geweest? Dat is natuurlijk niet te meten; de tijden waren toen
ook anders. Ik had geen baantje, want we mochten destijds niet werken naast
onze studie, de woningnood was nog niet zo hoog, dus we woonden allemaal in de
stad van onze studie, de studieschulden liepen nog niet zo snel op en de
computers waren nog niet zo krachtig. Ik ging gewoon naar college, want dat was
wat het was. Of ze altijd boeiend waren? Neuh. Sommige colleges zou ik liever
versneld hebben afgedraaid en bij andere had ik liever ondertiteling gehad. Het
was ook wel vaak op je horloge kijken om te zien hoe lang we nog moesten. Maar
er was niets anders, dit was het aanbod. En vaak genoeg was het ook boeiend
genoeg. Heel soms hadden we een gastcollege. Daar veerden we dan van op. Even
een andere stem, een ander perspectief! Wat was dat verfrissend! Op een gegeven
moment kreeg onze generatie studenten – ik zat toen in de masterfase – de
beschikking over een OV-kaart. Ik kon elders vakken volgen en zelfs mijn
masterscriptie bij een docent in een andere stad schrijven. Niet dat de docent
per se beter was, maar zij was de specialist in mijn onderwerp. Ik voelde me
bevrijd!
Rond dezelfde tijd mochten wij naast onze studie gaan
bijverdienen. Ondernemende studenten grepen meteen de gelegenheid aan om
koerier te worden: geld vragen om pakjes van A naar B brengen terwijl de overheid
voor de reiskosten opdraaide.
Ik vraag me af hoe wij gereageerd zouden hebben als we in
die tijd ook online colleges (bijvoorbeeld in de vorm van kennisclips,
e-learning modules of podcasts) hadden kunnen volgen. Zouden we dat en masse
gedaan hebben? Heel eerlijk gezegd denk ik van wel. Thuis, of in de trein (als
koerier). Of we elkaar en de docenten dan minder goed gekend zouden hebben? Ik
denk het niet. We zouden elkaar tijdens toffe borrels en dansavonden hebben
ontmoet. En natuurlijk bij tijd en wijle bij een spectaculair hoor- of uitdagend
werkcollege. En dat afgewisseld met af en toe een studiereis, hackathon,
discussieavond of game.
Want niets is zo demotiverend als gebrek aan afwisseling of
keuzemogelijkheid...
Deze blog verscheen eerder hier en is geschreven voor het TLC. Het is een reactie op het besluit van ons CvB om de studenten te verplichten fysiek de colleges bij te wonen.