dinsdag 17 juli 2018
Thomas en Stine
Totaal verschillend, maar allebei schrijver. De een van persoonlijke en alledaagse verhalen en columns, de andere van filosofisch werk. De een geboren in Nijmegen, de ander in Denemarken. De een wat ouder, de ander wat jonger. De een man, de ander vrouw. Tot zo ver de verschillen. Nu de overeenkomst: ze traden allebei op in de Stevenskerk tijdens de Vierdaagse. De een op zondag, de ander op maandag.
Het waren beide boeiende lezingen. De een bezocht ik samen met mijn moeder, de andere alleen. Dat ik met mijn moeder naar een lezing van Thomas Verbogt ging, had een reden. Ik had namelijk van haar het boek Het eerste licht boven de stad gekregen, een boek met herinneringen aan Frans Kusters dat zich grotendeels in Nijmegen afspeelt. Ze had het eigenlijk willen laten signeren, maar dat was (nog) niet gelukt. Dus toen bekend werd dat Verbogt een lezing ging geven in Nijmegen, belde ik haar meteen op: 'mam, nu kun je het boek eindelijk alsnog laten signeren, want Thomas Verbogt komt een lezing geven in Nijmegen, dan kunnen we daar mooi samen naar toe!'.
Zo gezegd, zo gedaan en bij het signeren hebben we nog even leuk met hem gebabbeld, onder andere over een gemeenschappelijke kennis van Verbogt en mijn moeder.
Naar Stine Jensen was ik dus alleen, maar ook weer niet, want de kerk zat behoorlijk vol. Net als de lezing van Verbogt had ook de lezing van Jensen een toepasselijk thema: wandelen. Of eigenlijk toch ook weer niet, want het ging in feite over bezinning (en hoe wandelen daarbij kan helpen - ze heeft bijvoorbeeld een hele serie interviews gedaan met mensen die de camino hebben gelopen, en het viel haar op dat bijna iedereen die hem liep, op de een of andere manier een crisis te overwinnen had, of zich op een kantelpunt in z'n leven bevond). Maar het ging ook over identiteit (dus ik ben) en geluk (hoe vind je dat en waarom richten we ons bij het vinden daarvan onze blik steeds meer naar het oosten?)
Ze vond het wel moeilijk om een monoloog te houden, zei ze, want als filosoof was ze toch vooral gewend om vragen te stellen aan het publiek, maar ze deed het op indrukwekkende én luchtige wijze, fijn altijd, die combinatie. En om toch wat interactie te hebben, mochten we op het laatst als publiek allemaal een mooie spreuk of advies over geluk of iets wat ons in de lezing getroffen had op een gekleurd papier schrijven en - hilarisch - dat tot een vliegtuigje vouwen en door de kerk laten zweven in de hoop dat het bij iemand anders uit het publiek in de schoot viel.
Daar stal ze toch wel mijn hart mee. En mijn hart werd nog een beetje meer opgetild toen ik een nicht van mij, die ik al heel lang niet meer gezien had, daar tussen die vliegtuigjes tegenkwam. Natuurlijk hebben we meteen een afspraak gemaakt. Onvoorzien (maar onderschat de kracht van vliegtuigjes in de kerk niet) in de schoot geworpen!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten