Vorige week zaterdag stond er een mooi artikel van Piet Gerbrandy in Trouw over de pracht en kracht van de humaniora. En hij haalde daarin een schitterend citaat aan, dat ik niet kende en hier graag deel; het gaat om een stukje uit een brief van Machiavelli, waarin hij vertelt hoe hij zich 's avonds omkleedt alvorens zijn studeervertrek binnen te gaan.
"En als ik me zo dan passend heb aangekleed, treed ik binnen in de gemeenschap van grote mannen uit de Oudheid, door wie ik liefdevol ontvangen word en bij wie ik het voedsel tot me neem dat in feite het enige voedsel is waarvoor ik op de wereld ben gekomen. Ik schaam me dan niet om het hen te spreken en naar het motief van hun daden te vragen. En in hun goedwillendheid geven zij mij antwoord. En vier uur lang voel ik geen enkel verdriet, vergeet ik al mijn zorgen, heb ik geen angst voor de armoede en word ik niet verontrust door de dreiging van de dood: met hart en ziel geef ik me aan hen over".Mooi he? Het gaat - aldus Gerbrandy - in het leven uiteindelijk niet om bezittingen of kapitaal. Het gaat om omgang met beschaafde vrienden uit welke tijd dan ook die ons iets te vertellen hebben en waar we veel waardevols van kunnen leren. Nog steeds. Moffel die vrienden dus niet weg. Ze zullen ons immers altijd op weg helpen, wherever we may go.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten