Het boek van Agassi dat net uit is gekomen, heet Open. Het boek van Maarten van Buren had ook met gemak deze titel kunnen dragen. Wat een lef van zo'n hoogleraar om - hij moet toch gewoon college geven en zo - om zo'n openhartig boek over zijn depressie te schrijven, en dat onder zijn eigen naam. Aan de andere kant snapt zijn omgeving natuurlijk ook wat er met hem aan de hand is door het lezen van dit boek en hoeft hij het niet steeds uit te leggen. Voor hemzelf heeft het vooral therapeutische waarde.
Het is namelijk een zwaar lot dat hij moet dragen, het lot van de depressiepatiënt. Dat hij aan deze ziekte leed (of liever gezegd lijdt), ontdekte hij toen hij in een crisis terecht kwam en dacht dat hij overspannen was. Het enige wat er nog van de vroegere Maarten over was, was zijn vermogen om te fietsen en na een tijdje zelfs dat niet meer: hij was terechtgekomen in het Niets, hij kon letterlijk Niets meer, was totaal van anderen afhankelijk om te kunnen functioneren. Totdat de medicijnen begonnen te werken en de praatsessies met de psycholoog z'n vruchten begonnen af te werpen. Toen kon hij stukje bij beetje de scherven weer aan elkaar lijmen en normaal worden. Maar een hele vaas zal hij niet meer kunnen worden, hij blijft een gebroken vaas.
Wat het uit elkaar vallen hem wel heeft gebracht, zijn sporen. Sporen naar de oorzaken van zijn depressie: het opgroeien in het zwaar gereformeerde Maassluis met een kille, aan alcohol verslaafde moeder en een laffe vader. Gaandeweg ontdekt hij dat zijn broer en zus ook aan allerlei stoornissen lijden, die in verband met depressie staan; en waarschijnlijk leed zijn moeder er ook aan, maar vluchtte die in de drank. Zelf was Maarten ook niet ongevoelig voor verdovende middelen: in zijn Nijmeegse tijd heeft hij meermalen aan de cocaïne en LSD gezeten en in Utrecht zelfs een keer aan de heroïne. Ook dat beschrijft hij uitvoerig in het boek. Open! Evenals het stuklopen van z'n relaties. En het onderzoek naar z'n trillingen, waarvan hij dacht dat het door de verwarmingsbuizen of wasmachines in de naburige appartementen veroorzaakt werden, maar die gewoon bij z'n ziektebeeld hoorden.
Zelf vond ik een mooi moment in het boek dat hij zich op een gegeven moment na een half jaar weer in staat voelt om te lezen. Hij voelt wel aan dat hij niet zomaar aan zijn normale zware kostje kan beginnen, maar met iets makkelijks moet beginnen. Het 'treft' dat zich onder de beroemde Franse schrijvers (hij is hoogleraar Franse letterkunde) heel wat schrijvers bevinden die de depressie in z'n zwaarste facetten hebben beschreven (Sartre, Baudelaire,Cioran). Misschien niet voor niets dat hij zich altijd het meest tot deze schrijvers aangetrokken voelde, constateert hij achteraf. Hij moet er toch iets in herkend hebben. En nu is hij hun lotgenoot. Bizar.
Wat zal ik eens van de plank halen? Misschien nog geen Proust, Mann of Musil, want die hebben de omvang en complexiteit van Mahler-symfonieën en daar heb ik de kracht nog niet voor. Nee, eerst een stukje literaire kamermuziek, la Rochefoucauld of La Bruyère. Ik loop naar de plank met de Pléiade-uitgaven, blader de deeltjes door, ruik er even genotzuchtig aan, laat de bladzijden van bijbelpapier knisperen tussen mijn vingers, zet ze dan weer terug. Ten slotte blijf ik staan bij Ciroan.
En toch is het boek niet een en al somberheid, er zit voldoende humor en luchtigheid in; het boek heeft niet voor niets een gele kaft. En het plaatje op de kaft beeldt uit hoe hij zich voelt: als een kikker in een glazen stolp. Als je aan het sneeuwbolletje schudt, dwarrelt er van allerlei goud om hem heen, maar na een tijdje ligt alles op de grond en is alle levendigheid weg. Dan is hij depressief. Toch heeft de kikker een kroontje op: een beetje ijdel is hij wel!
De reden dat ik tot het lezen van dit boek ben gekomen, is trouwens door een tip van Katharina, met wie ik een college van Maarten van Buuren zou gaan volgen in het kader van Studium Generale in Utrecht. Dat is er nog niet van gekomen, maar 13 april is er weer een en wel over Sartre. En nu maar hopen dat het lukt om erheen te gaan; het lezen van het boek zal vast een bijzondere dimensie geven aan het college, want het wordt gegeven door de man die in het Niets heeft verkeerd, als een Aeneas die in de onderwereld heeft vertoefd.
recensies:
NRC
nupuntnl
interview:
Boeken (VPRO), met demonstratie van het sneeuwbolletje
7 opmerkingen:
Een uit Maassluis afkomstige collega wees me al eens op dit boek, maar ik was het (natuurlijk) weer veregten. Dat zal na jouw mooie stuk niet zo snel meer gebeuren. Of ik het ook zal lezen is een tweede, maar wie weet.
Soms denk ik dat een depressie de meest voor de hand liggen reactie op het leven is en dat het wonderbaarlijk is dat zoveel mensen deze dans ontspringen. (Dat ik dat soms denk is omdat ik er maar af en toe aan denk, niet omdat er meestal anders over denk. Op de een of andere manier zijn er blijkbaar beschermende mechanismen aan het werk, waarvoor wij zeer dankbaar mogen zijn.)
veregten=vergeten
omdat er=omdat ik er
Dat heb je mooi geformuleerd, schrijver! Het is droevig maar waar en het is niet voor niets dat er in Nederland jaarlijks 1 miljoen recepten voor antidepressiva worden uitgeschreven...
Knap dat zo'n iemand over z'n depressie schrijft. Meetsal wordt een beetje weggemoffeld. Maar de verschijnselen zullen voor veel mensen, denk ik wel, herkenbaar zijn.
Precies! Ik vind het een moedig boek!
Een moedig boek, een moedig mens.
Festina, complimenten voor de geschreven recensie. Daar kan de NRC (was het Joost Zwagerman) nog wat van leren.
Jij en schrvdzs zijn keigoed in het recenseren van en enthousiasmeren voor een boek.
Ik was alweer een paar details vergeten.
Alors a le 13e avril: L'etre et le neant!
Mais oui, madame!
Een reactie posten