vrijdag 15 april 2022

Bezoek aan de Tweede Kamer

Van de roltrap in de Tweede Kamer met uitzicht op de KB

 Afgelopen dinsdag hadden we - eindelijk weer live - ons halfjaarlijkse vakreferentenoverleg Geschiedenis. In Den Haag deze keer, in de KB.

Het was een prachtige dag, zowel qua weer als qua treinreis, inhoud en onderlinge sfeer. Jammer dat er twee zieken waren, anders zou de dag nóg completer geweest zijn. De ontvangst in de KB was zoals gebruikelijk hartelijk en de presentatie over de overgang naar Alma en Rosetta indrukwekkend. Wat een kanjers die metadataspecialisten daar!

Na de lunch togen we naar de overkant voor een bezoek aan de Dienst Informatie en Archief van de Tweede Kamer; ons landsbestuur zetelt tijdens de verbouwing van hun normale stek aan het Binnenhof immers in het voormalige pand van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Náást de Koninklijke Bibliotheek, dus naast het intellectuele hart van Nederland. Ik vermoed dat de huidige lichting bestuurders dus een stuk belezener is dan de lui van vóór de tijdelijke verhuizing. Of is dat ijdele hoop? Ja, dat is ijdele hoop, want ze zijn nog niet of nauwelijks gesignaleeerd in de KB.

Nee, als ze informatie nodig hebben dan wenden ze zich tot de Dienst Informatie en Archief. Ze melden zich dan bij het inpandig Centrale Informatie Punt, alwaar ze verder worden geholpen. En natuurlijk willen ze die informatie altijd zo snel mogelijk hebben. Vandaar dat er een efficiënt prioriteringsprotocol gehanteerd wordt en, nog slimmer, de kamerbewoners (= tweedekamerleden plus staf) door de dienst zo snel mogelijk zelfredzaam gemaakt worden. Hoe? Door het geven van cursussen, jawel, informatievaardigheden!

Centraal Informatie Punt Tweede Kamer

Hoe herkenbaar! En hoe herkenbaar ook het vraag- en antwoordsysteem dat ze gebruiken: Topdesk! Net als wij! Onze wetenschappers, docenten en studenten krijgen dezelfde vorstelijke behandelingen als de Tweede Kamerleden! In tegenstelling tot ons, de UB's, hebben ze bij de DIA echter geen ruimtegebrek als het om het plaatsen van de boeken gaat. Momenteel dan, want dat komt wel weer als ze weer terug moeten verhuizen. Want op het Binnenhof is het krap. Maar wel mooi: daar hebben ze namelijke de zogenaamde Handelingenkamer. Jammer dat we daar niet in konden, maar we zijn wel uitgenodigd voor een bezoek als het allemaal klaar is. Tot die tijd moeten we het met deze video doen:

zaterdag 2 april 2022

Weer een dag


Las ik in het begin van de pandemie elke ochtend de stukken van Ilja Leonard Pfeijffer, tegenwoordig luister ik rond dezelfde tijd de podcast Weer een dag van Marcel van Roosmalen en Gijs Groenteman. Is dat vooruitgang? Dat zou ik niet durven stellen. Het is vooral....anders.

De columns van Pfeijffer las ik op mijn thuiswerkplek en door zijn stukken was ik er meteen weer van doordrongen waarom ik dáár zat en niet op kantoor. Dat hielp.

De podcast van Van Roosmalen en Groenteman luister ik op de fiets via de koptelefoon, op weg naar kantoor. Want inmiddels mag ik daar weer heen (en thuisblijven als het regent, dat is pas vooruitgang!). De gesprekken van Marcel en Gijs - soms vergis ik me en noem ik ze Teun en Gijs - zijn niet zo poëtisch als de columns van Ilja, maar wel een stuk humoristischer, ondanks dat ze hun best doen zo treurig en cynisch mogelijk te doen, ze zijn vooral grappig. 

Marcel dan. Gijs is de serious cop die Marcel een beetje in toom moet houden en tegelijkertijd vreselijk om hem moet lachen. Ondertussen bespreken ze even gemakkelijk de politiek als de oorlog als hun gezamenlijke (media-)avonturen. Voor het beeld wordt Marcel 's ochtends door Gijs gebeld, maar soms vergissen ze zich en weet je dat ze het de avond ervoor hebben opgenomen. Het maakt niet uit, het is altijd gezellig gebabbel. 

Met reclame, dat wel. Eerst van één merk en tegenwoordig zelfs van twéé. Ach ja, de jongens moeten ook wat verdienen. Ik gun het ze.

Maar toch mis ik Ilja. Kan die niet af en toe poëtisch mee komen babbelen? En dan niet over de pandemie graag. 's Avonds lukt hem dat vast.