Matthijs van Nieuwkerk zou ervan gesmuld hebben, de lijst met sprekers op het NVB-congres voor te lezen:
Lee Rainie
Alexander Klöpping
Hans van Keken
Michelynn McKnight
Redmond O'Hanlon
André Kuipers
Murth Mossel
Vincent Icke
Dominique Engers
Maar helaas, Matthijs was er niet en gelukkig, het programma duurde iets langer dan de gemiddelde DWDD-aflevering. En we hadden
Liesbeth Staats (dochter van een bibliothecaris) al als presentratrice.
Waarom trouwens zo veel en zulke bekende gasten? Want dat is lang niet elk jaar zo. Maar dit jaar bestond de vereniging 100 jaar en dus mocht er uitgepakt worden! En wij (800 bibliothecarissen waarvan 30 uit Nijmegen) mochten meegenieten van deze heerlijke dag.
Het begon al met een zinderende busreis naar het Beatrixtheater, vervolgens propten we ons vol met koffie en gebak om ons daarna in het rode pluche neer te vlijen.
En Lee Rainie (qua stem leek hij een beetje op Woody Allen en
David Sedaris) begon te vertellen over het
Pewinstituut, de veranderingen in informatiestromen, de zin en onzin ('my children feel the moral duty to share every meal') van social media, de info-snackende mens, de publicerende mens, de broadband impact en vooral de toename van amateurs op het net. Troostrijk voor de informatiespecialisten: 'everyone has opinions, but the librarians have the facts'! Maar we moeten ons wel heel goed afvragen waartoe we eigenlijk hier op aarde zijn (kennis, niet alleen boeken) en dat op eigentijdse wijze uitdragen. Niet te verlegen en linken naar zaken waar anderen beter in zijn!
Na dit prachtige en opzwepende betoog was het de beurt aan Alexander Klöpping om ons te verrassen met zijn pitch. Helaas, helaas was hij wat grieperig, maar dat weerhield hem er niet van om met een wat zwaardere stem dan normaal - sommige mensen zouden dat volgens hem best prettig vinden - de enorme impact van zelfs de kleinste winst op snelheid van computers (eerst door kortere kabels, maar tegenwoordig meer en meer door verbeteringen van
algoritmen; informatiespecialisten zouden hier een rol in kunnen spelen (ehhh, daar had hij vast mij niet bij in gedachten....).
Daarna kregen we van
H@ns van Keken uitleg over de boeiende
ontstaansgeschiedenis van het apenstaartje; dat schijnt oorspronkelijk een term uit de boekhouding geweest te zijn (at was ooit de afkorting van 'at the cost of') en nog vroeger in Zuideuropese landen een inhoudsmaat. In oudhollandse geschriften wil het apenstaartje nog wel eens voorkomen als afkorting voor 'anno domini'.
Interessant zijn overigens ook de
benamingen voor het apenstaartje in het buitenland: Duitsers noemen het bijvoorbeeld Klammeraffe ('vastklammpende aap', scheldwoord voor kantoormannetje of pennenlikker) en de Denen noemen het grishale (varkensstaart).
En kijk, daar kwam Klöpping ons nog een keer lekker doorzagen over algoritmes, misschien zelfs onze concurrenten, want die kunnen pas informatie op maat maken!
Hup en nu weer tijd voor wat Amerikaans: madam Michelynn McKnight, van wie ik me vooral de woorden agile, en know show tell herinner. 'Do we need to wait to be asked?' Natuurlijk niet, we moeten de paraplu geven vóórdat het gaat regenen, niet op het moment dat het al regent. Geen nieuwe spoorwegen aanleggen zonder te vragen waar de mensen naar toe willen reizen. We moeten ons er bewust van zijn dat de informatiebehoeften veranderen en de mensen tijd besparen waar mogelijk, uitdragen waar we voor zijn.
Know, show, tell! Hallelujah!
En na dit wervelende praatje bleven we in het Engelstalige gebied met Redmond O'Hanlon, die rechtstreeks uit de negentiende eeuw leek te zijn gestapt met z'n koffertje met oude boeken en verrekijker. Wat hij te vertellen had, kun je
hier nalezen. Best aandoenlijk. Hij pleitte voor meer zuurstof en betere airconditioning in de bibliotheken.
Na de pauze van maar liefst twee uur kwam hij dan eindelijk aan de beurt, de man waar velen voor gekomen waren: André Kuipers. Het schijnt dat je in de pauze met hem op de foto mocht (waarom stuitte ik toch op zo veel bekenden, ik had ook met hem op de foto gewild!), maar zo van een afstandje was hij ook leuk. Mooie verhalen, foto's en
filmpjes over zijn avonturen in de ruimte. Wat vooral indrukwekkend was, was de voorbereiding op de ruimtevlucht. Niet om jaloers op te worden dat gereis, getrain en geleer (van bijvoorbeeld Russische technische afkortingen). En als je denkt dat ze in de meest supersonische lokalen leskregen, dan heb je het mis: gewone, ouderwetse leslokalen! Maar gelukkig wel een prachtige virtuele bibliotheek aan boord en via het apenstaartje perfecte verbinding met de aarde.
En na wat formele onderdelen (het uitreiken van het predicaat koninklijk door de commissaris van de koningin en de infobattle) mocht er eindelijk gelachen worden en wel met de Surinaamse Murth Mossel, die eerst niet durfde te komen, omdat hij nog wat boetes bij de bibliotheek had openstaan. De zaal kreeg klappen toen hij het over het suffe imago van de bibliothecarissen had ('jullie hebben echt een ssssttt-imago'), maar werd later weer getroost door de opmerking dat wij voor een heleboel mensen de André Kuipersen van de wereld zijn. Zo!
En daarna volgden nog wat grapjes over de Surinaamse eet- en deelcultuur.
Mossel had eigenlijk bioloog willen worden en kwam vroeger dus vaak in de bibliotheek en wel voornamelijk bij rubriek 500. Nou, daar kreeg hij de handen wel voor op elkaar. Vooral met betrekking tot het feit dat hij dat nummer kende dan toch tenminste.
Hierna volgde een
prijsuitreiking en daarna een lezing met impact door Vincent Icke. Een voltreffer van een lezing over het verband tussen schoonheid, koinofilie (de voorkeur voor het gemiddelde), waarheid, kennis, kunst, schok en slagkracht. En als uitsmijter een aanval op het beauty is truth, truth is beauty van Keats. Want waarheid is vaak niet mooi en al helemaal niet populair.
Op het laatst werd de dag
treffend samengevat door de heerlijk scherpe sneldichteres Dominique Engers. Tijd voor borrel, hollen naar de bus (want oei, wat liep het uit) en al zingend (hoewel, daar waren we eigenlijk te moe voor) naar huis.
Bommel en de i-padden lezen.
En voor wie er niet genoeg van kan krijgen, hier nog een verslag. En hier.