Drie keer naar dezelfde tentoonstelling gaan, dat is pas lux en decadent! Zo voelt het tenminste, maar als ik er goed over nadenk, was het eigenlijk niet drie keer dezelfde tentoonstelling, noch Heracleitisch gezien, noch qua vorm.
Dat klinkt misschien wat raadselachtig, maar het is eenvoudig: de afgelopen tijd ben ik drie ker naar de tentoonstelling luxe en decadentie in het Valkhofmuseum in Nijmegen geweest. Niet dat het speciaal zo'n mooie tentoonstelling was (dat was het wel, maar een keer goed bekijken zou voldoende geweest zijn); het kwam echter toevallig zo uit. De eerste keer dat ik ging, was met man en kinderen tijdens - of liever gezegd na een kermisbezoek op het aangrenzende plein. De stilte van het museum trok ons na het kermislawaai ontzettend aan. Het was bovendien niet druk en we hadden de museumjaarkaarten bij ons. De audiotoer hebben we overgeslagen; er staat voldoende tekst op de bordjes om te tekst goed te kunnen volgen. Een voordeel van de audiotoer vind ik overigens wel dat het heerlijk rustig is in de zalen; iedereen staat daar naar die koptelefoontjes te luisteren in plaats van onzinnige opmerkingen te plaatsen. Mijn dochter ontpopte zich tijdens de rondgang door het museum als een echte feministe: ze vond dat er te veel mannelijke beelden stonden. De sieraden vond ze echter prachtig. Zou ze zo willen dragen.
De tweede keer dat ik ging was als hulpouder tijdens een schoolexcursie. Voor deze excursie hadden zich opvallend veel ouders aangemeld (normaal moeten ze smeken om voldoende ouders mee te krijgen); het was weliswaar de bedoeling om alleen de kinderen met de fiets veilig van Lent naar Nijmegen te begeleiden, maar in het museum deden ze er niet moeilijk over als de ouders ook de rondleiding mee volgden.Volgens mij was dat niet de bedoeling van de school, want er werd iets gemompeld over bijschrijven op de rekening, maar het was een erg leuke en professionele rondleiding. Met name het verhaal over de met een pastei van nachtegaaltongetjes gevulde muizen die na het roosteren met huid en haar als snacks werden gegeten door de Romeinen, dat verteld werd bij een 'muizenvetmestpot' deed het goed. Er was maar een meisje dat bleek wegtrok (ze heeft zelf muisjes als huisdieren, vertelde ze me later).
De derde keer dat ik de tentoonstelling bezocht, was gisteravond. Om het spannend te maken, is er namelijk een aantal vrijdagavondopenstellingen georganiseerd door het museum. We zouden naar de lezing over gladiatoren gaan en voorafgaand in het museumcafé een hapje Romeins eten. De kaartjes voor de lezing hebben we moeten omruilen voor een later tijdstip, want het eten duurde langer dan we van tevoren verwacht hadden - een catering voor zoveel personen was men duidelijk niet gewend in het museumcafé - maar de ervaring was er een om nooit te vergeten: de gladiatoren hadden namelijk ook honger en zaten in gladiatorenkleding aan het tafeltje naast ons. Sine Cerere et Libero friget Venus stond er op de plaid; sine gladiatore non, zou ik er aan toe willen voegen! Luxer en decadenter kon het niet worden!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten