Afgelopen week had ik een begrafenis. En dat is vervreemdend in coronatijd. Je mag maar met hooguit honderd (dat ligt aan de grootte van de kerk, in ons geval was dat zestig) man bijeen zijn; de rest kan via een livestream deelnemen.
Verder moet je mondkapjes op en mag je elkaar niet omhelzen. Dat grenst aan het onmenselijke, want hoe moet je iemand dan troosten aan wie zojuist haar broer is ontvallen door die Andere vreselijke ziekte, waar ze de afgelopen paar jaar al meerdere dierbaren aan is verloren?
Bij het klaarmaken van het altaar voor de Heilige Communie was een nieuw element toegevoegd, namelijk het plaatsen van een spatscherm, zodat de pastoor veilig de hostie kon uitreiken. Hoe hij dat met het vermijden van handcontact deed is mij niet helemaal duidelijk geworden. Er gingen maar weinig mensen ter communie; de vraag is of dat kwam doordat er maar weinig gelovigen in de kerk waren of veel mensen met een kwetsbare gezondheid.
Gelukkig was er achteraf wel een samenzijn in de pastorie naast de kerk; dat was troostrijk, hoewel er ook hier afstand bewaard moest worden. Er werd zelfs wijn geschonken; dat leek (in een wat groter gezelschap) op iets van heel lang geleden. Het verbroederde wel en het dempte ook de pijn een beetje. Zelfs het element van 'vrienden van weleer' zien kwam hier enigszins tot z'n recht.
En toch voelde het heel onnatuurlijk aan allemaal. Alsof de dood ooit natuurlijk is trouwens. Wennen doet het nooit in ieder geval.
Het enige wat echt troost bood was de muziek. Ik krijg nog kippenvel als ik Nothing else matters opzet. Door dat nummer zal ik altijd aan je blijven denken, Lukas. Rust zacht!
2 opmerkingen:
Hard...heel veel sterkte. ❤
Dank je! En vooral sterkte voor vriendin Ester natuurlijk….
Een reactie posten