Ik zat vanmorgen gebogen over een of ander beleidsstuk, toen de telefoon ging. 'Met Mohammed'. Ik wist natuurlijk meteen om welke Mohammed het ging: Mohammed Benzakour, schrijver en columnist bij de NRC, wiens lezing ik dit weekend gevolgd had bij het DRONGO-talenfestival en die ons luisteraars als huiswerk opgegeven had om een kort verhaal naar hem op te sturen, dat door hem beoordeeld zou worden en waarover hij terug zou bellen.
Hoewel ik het ergens dus toch een beetje verwachtte, verkeerde ik toch een kort moment in verwarring. Als eenvoudige burger gebeurt dat je namelijk niet elke dag, dat je opgebeld wordt door een schrijver. En ik had me ook best kunnen voorstellen dat Benzakour helemaal geen zin had om al die amateurschrijvertjes te gaan zitten nabellen; daar was ik eigenlijk gewoon van uitgegaan.
Maar hij had het dus tóch gedaan: een man een man, een woord een woord.
En natuurlijk had hij - volgens eigen zeggen - naast leuke inzendingen ook een hoop rommel binnengekregen. Met mijn verhaal had hij zich in elk geval wel geamuseerd; wat een opluchting om dat te horen! Het behoorde zelfs tot de categorie 'goed tot heel goed'. Volgens hem was het een prima opgebouwd verhaal, had het een komische twist aan het eind, en bevatte het zelfspot. Zaken die hem persoonlijk zeer bevallen.
Wel zou hij zelf termen en woorden als 'tips en tricks' en 'nope' vervangen door gewone Nederlandse woorden, waardoor het geheel wat tijdlozer zou worden.
En passant vertelde hij dat hij zelf ook bezig was met een volkstuintje en dat er op zo'n complex - dat herkende hij ook wel in mijn verhaal - altijd een bijzonder soort sfeer heerst.
En hij nam het ook nog even (hoe lief!) op voor de mol. 'Heb je zo'n beestje wel eens van dichtbij gezien en geaaid?' Ik moest bekennen van niet en dat ik ze alleen van foto's kende. Hij zelf ook, maar hij vond dat mollen in ieder geval nuttige beesten waren, waar ik eerder slingers voor op zou moeten ophangen in mijn tuin dan dat ik hun bouwseltjes moest vernietigen. Ze vingen immers slakken en maakten de grond lekker los met hun gangen. Dat laatste beaamde ik volmondig, maar ik zei dat daar in het verhaal geen ruimte voor was, iets wat hij als schrijver best snapte.
'Hebben jullie in Marokko eigenlijk ook last van mollen?', vroeg ik hem. 'Eh, nee, eigenlijk niet, want daar is onze grond te droog voor en er zijn (dus) ook geen slakken die ze kunnen opeten. Het Marokkaanse woord voor mol zou ik zo een, twee, drie ook niet weten; volgens mij hebben we daar niet eens een woord voor'.
Navraag bij mijn man leerde mij dat er ook in Iran geen woord voor bestaat; 'Europese blinde muis', wordt het beestje daar genoemd. Wie weet in Marokko ook.
Er zouden vaker schrijvers moeten bellen; daar leer je nog eens iets van!
2 opmerkingen:
Wat leuk! en krijge we jouw verhaal ook nog te lezen?
Ja hoor: https://theeheeftzoveelcharme.blogspot.com/2020/05/waar-is-de-mol.html
Een reactie posten