donderdag 20 december 2012

Teaching meeting Tilburg



Afgelopen maandag was ik bij de Teaching Meeting in Tilburg. Hoe ik daar verzeild raakte is een lang verhaal, maar feit is dat ik de enige van buiten de academische wereld van Tilburg was (het was eigenlijk een interne meeting) en bovendien geen docent, tenminste niet een zeer actieve op dit moment. Innovatie in het hoger onderwijs heeft echter mijn warme belangstelling en die kwam deze middag ruimschoots aan bod.


Dat begon al bij de keynote van de dag, Mark Weyers, oprichter en directeur van het onafhankelijk academisch ontwikkelcentrum The International Institute of Academic Development (IIAD). Zijn lezing was getiteld Designing engaging learning environments en begon met een citaat, waarbij hij meteen vroeg van wie dat afkomstig was of zou kunnen zijn; de zaal direct geactiveerd! En dat was nou precies zijn bedoeling en boodschap: 'I never teach my pupils: it's about what the student does, not what the teacher does'. Hij hield een pleidooi voor student centered in plaats van teacher centered onderwijs en de daarbij behorende benodigde ommezwaai van de organisatiestructuur van het hoger onderwijs, die nu vooral gericht is op teacher centered onderwijs. Nu leek dat in Tilburg volgens mij reuze mee te vallen als je de op zijn lezing volgende break out sessies met presentaties van de universitair docenten van Tilburg zag, maar degenen die de presentaties gaven waren vermoedelijk wel de voortrekkers van de innovatie.

Weyers benadrukte het belang van de intrinsieke motivatie bij de studenten; die moet met name geactiveerd worden. Voor hemzelf was de trigger tot het ontstaan van zijn intrinsieke motivatie voor informatica het zien van de film Hackers; na het zien van deze film was hij verkocht. Zo'n soort moment zou je idealiter voor elke student moeten kunnen creëren. Intrinsieke motivatie verhoogt namelijk enorm de diepere beleving van de lesstof, waardoor die veel beter en langer blijft hangen. Een uitdagende omgeving helpt daarbij; studenten zien meteen bij binnenkomst wat voor een soort les er gegeven gaat worden (inrichting, materialen, houding van de docent) en stellen zich daar meteen op in. Echt gaaf is het natuurlijk als dat ineens toch allemaal anders blijkt te zijn; onderschat het belang van een leuke verrassing niet....

Wat verder goed helpt om de kwaliteit van het begrip te verhogen is het stellen van een zogenaamd cognitief conflict; dat dwingt de studenten om diep in plaats van oppervlakkig na te denken. Echt een hekel heeft Weyers aan het zogenaamde 'teaching to the test' (pure examendrills); de kennis die door deze manier van lesgeven verkregen wordt, zorgen voor een oppervlakkig begrip en blijft naar alle waarschijnlijkheid zeker niet hangen.


Nee, hij is meer voorstander van flipping the classroom, aanschouwelijk onderwijs (knowledge anchors, bijvoorbeeld met legoblokjes of skippyballen), self assessment (beoordeling van je eigen werk) en peer assessment (het beoordelen van je werk door klasgenoten). Ook het stellen van effectieve vragen tijdens de les mag volgens hem niet onderschat worden. Hij merkte daarbij wel op dat er niet de hele tijd alleen maar vragen gesteld moeten worden, omdat dat ook oervervelend kan gaan worden, maar dat je je momenten moet pakken als docent: de juiste vragen op het juiste moment.

En verder wordt de zaal aangemoedigd tijdens hun colleges ruimschoots gebruik te maken van spanning, overdrijving, verrassing, provocatie en humor. Geplande hilarische momenten noemden wij die vroeger op de opleiding. Zonder die middelen vallen de studenten écht in slaap.

En de zaal, was die inmiddels ook in slaap gevallen? Allerminst, want er zat lekker vaart in de presentatie en de keynote kon leuk vertellen met allerlei grappige en aansprekende anekdotes uit zijn eigen leven en onderwijspraktijk.

Saillant detail was wel dat een van de deelnemers opmerkte dat hij zelf anders net wel een behoorlijk teacher centered praatje had gehouden. Gelukkig kon hij hier wel om lachen en bekende hij dat hij van tevoren al gedacht had dat hij door het geven van een lezing over student centered onderwijs wel een enorme hypocriet zou gaan staan te zijn, maar dat je je soms aan de mogelijkheden van de gelegenheid en accommodatie moet aanpassen en hij bovendien 's ochtends wel een workshop (voor een beperkt aantal mensen) had gegeven waar de praktijk van zijn verhaal meer tot z'n recht was gekomen.

Ongetwijfeld.


Op naar break out sessie 1, die over Socratic teaching tot large groups door Gert-Jan Leenknecht. De docent van de juridische faculteit, die ik wel wat weg vond hebben van Wilfried de Jong, haastte zich te zeggen dat  zijn presentatie (hier te vinden) weliswaar zou gaan over een socratische manier van lesgeven, maar geen socratische sessie in die zin van het woord zou worden.

Hij zou namelijk vooral gaan vertellen. Vertellen hoe hij door het invoeren van de socratische manier van lesgeven bijna de helft minder docenten nodig had om hetzelfde niveau van geslaagden te halen door van groepen van 20 studenten met intensieve begeleiding over te gaan tot groepen van 60 á 80 studenten per sessie. Studenten die de lessen niet voorbereiden, hoeven niet naar de les te komen en hebben er ook niets aan, er wordt namelijk niets, maar dan ook niets uitgelegd; er worden alleen maar vragen gesteld. Geen wat of hoe vragen, maar waarom-vragen. Waarom? Om de studenten een dieper begrip van de stof te laten krijgen. En dat blijkt te werken. Enig minpuntje is dat studenten er op een gegeven moment wel echt moe van worden. Door het nadenken natuurlijk. Maar eerlijk gezegd lijkt me enige afwisseling toch ook wel geboden.


De volgende sessie (een leeromgeving voor de toekomst) was door Hans van Driel. Ook hij pleitte voor een actieve vorm van lesgeven gecombineerd met intensief gebruik van sociale media. Het belangrijkste element uit zijn methode is het loslaten van controle. Systemen als het op de universiteit gebruikelijke blackboard zijn door hem dan ook rigoureus overboord gegooid en vervangen door Dropbox, Evernote, Yammer en Blogger.

En als je denkt dat de studenten dat ontzettend tof vinden, dan heb je het mis, want maar een magere 40 procent van de studenten vindt deze manier van werken prettig; de andere 60 procent heeft liever de traditionele manier van colleges volgen; dat biedt ze namelijk veel meer zekerheid en houvast. Van Driel denkt dat dit voornamelijk te maken heeft met gewenning. Gewenning aan regels en controle. Gewenning aan 1.0 systemen. Maar - zo houdt hij zijn studenten ook voor - de wereld is toch écht al beyond 1.0 en zeker als academicus moet je niet alleen maar bereid zijn tot imitatio, maar altijd een poging tot aemulatio wagen. En dat je daarvoor wat wachtwoorden voor nieuwe, soms ook openbare systemen moet aanmaken: soit! Go for it! In zijn lessen word je daar in ieder geval voor beloond.



De (voor mij) afsluitende sessie was van Maryse Chappin ('how to engage students in lectures and working group meetings'). Zij vertelde over de werkcolleges rondom RIO (Research In Organisations). Deze werkcolleges zijn eigenlijk een soort tussentijdse bijeenkomsten behorende bij een kwalitatief en kwantitatief onderzoek dat de studenten zelf (in teams) binnen een organisatie verrichten. Studenten kunnen (via e-mail of (poll via) blackboard) tussentijds aangeven welke theorie ze graag behandeld zouden willen zien tijdens de colleges. Elke week moeten de studenten ook de tussenresultaten van hun onderzoek inleveren. De docent beoordeelt dit.

De collegereeks wordt afgesloten met een posterpresentatie van de verschillende teams over hun onderzoek; naast het oordeel van de docenten hierover beoordelen ook de teams elkaar. Studenten vinden dit een leuke manier van werken; het is immers hún onderzoek en daar zijn ze trots op! Elkaar beoordelen ze overigens strenger dan dat de docenten dat doen....

Of dit hele proces voor de docent niet veel tijd kost werd er gevraagd. Dat zeker, maar het is ontzettend leuk om te doen, aldus Chappin.

Kortom, een mooie onderwijsinnovatiemiddag. En Hans van Driel heb ik meteen maar even gepolst voor een presentatie bij onze UB.

2 opmerkingen:

Marina Noordegraaf .... zei

Dank voor dit verslag. Ik heb er een hoop van opgestoken!

Fijne feestdagen,

Groetend, Marina

Festina Lente zei

Ha, mooi zo! Niet voor niets geschreven dit verslag dus ;-)

Ook jij mooie feestdagen!