
De meest recente post van de taalprof handelt over de persoonsvorm en is tegelijkertijd een pleidooi om de grammatica wat swingender (de vergelijking met de keeper is treffend) uit te leggen en - getsieiderrie - niet alleen de trucjes aanleren met betrekking tot het vinden van de (persoons)vorm in kwestie.
En laat ik nu nèt de persoonsvorm (en het werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde en meer van dat soort schatten) aan het uitleggen zijn aan mijn zoon. Op de basisschool (tenminste, de basisschool van mijn zoon) wordt er namelijk weinig tot geen aandacht aan grammatica besteed en mijns inziens is één van de basisvoorwaarden om een tweede (en meerdere) vreemde taal aan te leren op z'n minst een basale grammaticale kennis. Anders krijg je namelijk een enorme babylonische spraakverwarring.
Wat zijn we blij met de steun in de rug van de taalprof!
En zeker ook wat betreft zijn pleidooi om het naamwoordelijk gezegde terug te laten keren in de basiskennis van de lage schoolleerlingen draag ik hem een warm hart toe. Ik heb hem al toegezegd dat ik - in het geval hij mocht overwegen om met een spandoek op het Binnenhof te gaan staan - hem zeker zal komen vergezellen!
Ut prosit!