Reffen (permanent stadsstrand met uitzicht op de stad) |
De Denen had ik me eigenlijk altijd voorgesteld als ietwat saaie en degelijke mensen; hun hoofdstad dus ook. Maar niets is minder waar. De helft van het centrum van Kopenhagen wordt in beslag genomen door Tivoli, een pretpark à la de Efteling, waar je vanaf het centraal station bijna meteen als een soort Alice in Wonderland ingezogen wordt.
Noem me één stad in de wereld waar dat ook het geval is. Ik wed dat je er geen een kunt noemen.
Verder wordt er veel gefietst en heb je er natuurlijk ook wel auto's en winkels, maar niet vreselijk veel. De stad maakt verder een opgeruimde en frisse indruk. De penetrante hasjlucht die je bijvoorbeeld in Amsterdam hebt, is totaal afwezig. Het doet meer aan een stad als Leiden dan aan een hoofdstad denken. De grootstedelijke Hop On Hop Off bussen die er rondrijden doen daardoor een beetje misplaatst aan. Kopenhagen lijkt in dat opzicht op Barcelona als een muis op een olifant: stampen wij even lekker!
Mooie musea hebben ze er trouwens wel en ook die zijn paradijslijk rustig. Wij hebben de Glyptoteket en het Copenhagen Contemporary bezocht. Beide zeer indrukwekkend.
Maar goed, zal de oplettende lezer zeggen, je hebt er toch ook Christiania? Dat klopt. De Kopenhaagse softdrugs is geconcentreerd in deze hippievrijstaat aan de rand van de stad en is voor iedereen die wil toegankelijk. Hygge kriebel!
En als je meer van creativiteit, muziek, streetfood, bier, cocktails en wijn houdt, dan begeef je je naar het nabijgelegen Reffen, een soort eeuwig durend zomerfestival met uitzicht op de stad. Dat stukje Kopenhagen deed me weer meer aan Berlijn denken. Van alles een beetje dus.
Hebben we dan alles gehad? Nee, want er is ook nog strand en zee, het meest opgeruimde dat ik ooit gezien heb. In de verte lonkte de van de serie bekende brug naar Zweden, maar daar hadden we deze keer - het was een kort en onverwacht tripje omdat we de zoon van de buurvrouw moesten helpen verhuizen - geen tijd voor.
Ook de zeemeermin heb ik nog niet gezien. Misschien wel met opzet, zodat ik wel een keer terug moet naar deze heerlijke stad. Ze roept me nu al.
Als een Sirene.