woensdag 17 juli 2019

Peter Buwalda en het eilandtheater


Eén van de hoogtepunten van de vierdaagse is toch altijd weer de door Marjolein Hordijk verzonnen 'Stoere mannen sterke verhalen' - voorstelling met of rondom een stoere schrijver met stoere muzikale omlijsting en dito sterke verhalen. Mooie combi, dat.


De stoere schrijver van dit jaar was Peter Buwalda. Hij werd geïnterviewd door Koen Frijns en de stoere band bestond uit Mike Brady Firing en vrijgezelle Fons.
Het opmerkelijkst van de avond vond ik dat van de ruim honderd man in de zaal (het eilandtheater op festival 't eiland) er maar drie zijn laatste boek (Otmars zonen) gelezen hadden - de interviewer had dat vlak voor de opkomst van de schrijver geverifieerd. En natuurlijk ging de schrijver hier op het eind even op in: dat er tegenwoordig nog maar zo weinig gelezen wordt en wat daarmee verloren gaat. Verbeeldingskracht sowieso. Films maken tóch minder indruk, betoogde hij. Met dat laatste ben ik het overigens, bingewatcher als ik inmiddels ben, het niet helemaal eens. Goede combinaties van beeld, geluid en acteerkracht blijven ook levenslang hangen. Het is alleen ánders.

Enfin, zo serieus begon het allemaal niet. Want natuurlijk ging het na twee minuten al over seks. Dat krijg je als er een behoorlijke portie SM en Markies de Sade in je boek aanwezig is. Ja, daar heeft hij een hoop boze brieven over gekregen. Mensen kunnen soms eenmaal opvattingen door en fascinaties van de schrijver moeilijk uit elkaar houden. 'Maar wat wil je, als deze mensen maar één boek per jaar lezen?', verdedigde hij dit type lezers.

Verder kwamen we het een en ander te weten over zijn liefde voor Elvis (met name diens vroege werk), zijn financiële gezondheid ('met het geld dat ik aan mijn boeken verdiend heb zou ik het de rest van mijn leven kunnen uitzingen; ik heb overigens niet veel nodig'), zijn vroegere verslaafdheid aan slaappillen, de hoeveelheid tijd die zijn verbroken relaties kosten ('het boek had ik anders gemakkelijk in de helft van de tijd kunnen schrijven; tijdens alle verwikkelingen rondom een liefdesbreuk kan ik niet schrijven'), het belang dat hij hecht aan een goede kapper (ja echt!) en de rel die hij veroorzaakt had door te stellen dat kinderboeken eigenlijk beter door kinderen geschreven kunnen worden. O ja, en over de sterke band met zijn broer(s).

Aangezien ik een van de weinigen was die zich door zijn boek geworsteld had (grapje, ik vond het een mooi boek), vond ik dat ik wel een krabbel van de schrijver verdiend had. Nu had ik Otmars zonen niet bij me (dat kon ook niet, want ik had het als e-book gelezen), dus had ik een list verzonnen: ik vroeg hem zijn krabbel op mijn waaiertje te zetten. En zo geschiedde. Weer eens wat anders.


Geen opmerkingen: